In dit besluit staat het beleid over middeling. De goedkeuring voor het betrekken van het jaar van overlijden in het middelingstijdvak als dit jaar wat het inkomen betreft een piekjaar is, is aangepast aan de wijzigingen in de middelingsregeling naar aanleiding van de invoering van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.
In de praktijk doet het zich voor dat een belastingplichtige door overlijden niet het gehele jaar belastingplichtig is, terwijl zijn inkomen in dat deeljaar juist hoger is dan de inkomens in de aan dat deeljaar voorafgaande kalenderjaren. Zo’n deeljaar kan dan niet in een middelingstijdvak worden betrokken, ondanks het feit dat middeling juist voor dergelijke situaties is bedoeld. Dit acht de staatssecretaris ongewenst, voor zover de stijging van het belastbaar inkomen uit werk en woning niet wordt veroorzaakt door het overlijden van belastingplichtige, zoals bijvoorbeeld bij postuum loon of stakingswinst wel het geval is.
De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat voor de toepassing van middeling als geheel kalenderjaar mag worden aangemerkt, het kalenderjaar waarin slechts een deel van dat jaar binnenlandse belastingplicht of kwalificerende buitenlandse belastingplicht bestond.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende cumulatieve voorwaarden:
- Het belastbare inkomen uit werk en woning dat in het deeljaar is genoten, is hoger dan de belastbare inkomens uit werk en woning van beide andere kalenderjaren die deel uitmaken van het middelingstijdvak.
- De binnenlandse of kwalificerende buitenlandse belastingplicht is geëindigd als gevolg van het overlijden van de belastingplichtige.
- De oorzaak van het hogere belastbare inkomen uit werk en woning in het deeljaar, is niet gelegen in het overlijden van de belastingplichtige. Voor zover dit wel het geval is, kan dat deel van het belastbaar inkomen niet worden meegenomen in de middeling. De overige voorwaarden van artikel 3.154 Wet IB 2001 blijven van toepassing.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 19 december 2020
Meer informatie: Besluit van 16 december 2020, nr. 2020-226944, Ministerie van Financien, 16 december 2020, Stcrt. 2020, 62987
Geef een reactie