Het Openbaar Ministerie stelt geen strafrechtelijk onderzoek in naar de rol van de Belastingdienst en zijn ambtenaren in de kinderopvangtoeslagaffaire. Justitie zegt na een zorgvuldige beoordeling van de feiten en omstandigheden niet tot een strafrechtelijke verdenking te zijn gekomen.
Het ministerie van Financiën had aangifte gedaan tegen eigen, hoge ambtenaren vanwege hun rol in de toeslagenaffaire, waarin duizenden ouders zijn gedupeerd. De aangifte werd in mei vorig jaar gedaan door de staatssecretarissen van Financiën wegens ‘een vermoeden van zogeheten knevelarij en beroepsmatige discriminatie’.
Van knevelarij is sprake als een ambtenaar tegen de regels in geld vordert, ontvangt of niet uitbetaalt omdat dat verschuldigd zou zijn aan ‘enige openbare kas’. Volgens justitie was de kinderopvangtoeslag niet verschuldigd aan een openbare kas, maar aan de ouders. Juridisch gezien is het geen knevelarij als de uitbetaling aan ouders wordt stopgezet vanwege een vermoeden van misbruik of fraude.
Binnen de regels
Bij de terugvordering was het bedrag wél verschuldigd aan een openbare kas, namelijk de Belastingdienst zelf. Maar ook daarbij was knevelarij niet aan de orde, omdat ambtenaren ervan uit mochten gaan dat terugvorderingen binnen de regels pasten. De hoogste rechter in dit soort zaken (de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State) heeft de beslissingen van de Belastingdienst hierover jarenlang in stand gelaten, meldt het OM.
Geen beroepsmatige discriminatie
Ook van beroepsmatige discriminatie is volgens het OM geen sprake. Justitie heeft vastgesteld dat de Belastingdienst bij het bestrijden van misbruik en fraude “zoekslagen heeft gemaakt” naar de nationaliteit, maar het OM stelt dat nationaliteit bij de individuele beoordeling van gevallen geen rol heeft gespeeld.
Bovendien is de Belastingdienst als onderdeel van de Staat immuun voor strafrechtelijke vervolging, stelt het OM. Datzelfde geldt voor ambtenaren die het beleid uitvoeren. Uit het onderzoek blijkt niet dat ambtenaren uit eigen gewin of belang hebben gehandeld.
‘Teleurstelling’
‘Het OM realiseert zich dat deze uitkomst voor de getroffen ouders een teleurstelling kan zijn”, schrijft justitie, dat de foutieve behandeling van de ouders wijt aan bestuurlijke en politieke keuzes. “Ouders die zelf aangifte hebben gedaan bij het OM zouden via een zogeheten ‘artikel 12 Wetboek van Strafvordering-procedure’ de rechter kunnen vragen om alsnog tot vervolging over te gaan.’
Meer informatie: OM, 7 januari 2021
Update 8 januari
De Volkskrant meldt dat een aantal ouders naar de rechter stapt. Zij willen met een artikel 12-procedure dat het OM alsnog tot vervolging overgaat.
Geef een reactie