De Belastingdienst gaat 400.000 oude belastingbeschikkingen doorzoeken en beoordelen. Dat gebeurt in eerste instantie handmatig meldt staatssecretaris Vijlbrief aan de Tweede Kamer.
Deze beschikkingen zijn opgenomen in een digitaal archief dat geen onderscheid maakt tussen insolventiesoort (een minnelijke sanering, wettelijke sanering of faillissement) en tussen toegewezen en afgewezen verzoeken. Verzoeken tot minnelijke schuldsanering zijn soms afgewezen op basis van een werkwijze die onacceptabel is. De staatssecretaris liet eerder al weten dat ook bij de inkomstenbelasting mensen te makkelijk het stempel fraudeur kregen.
Handmatig
Er is tot nu toe geen manier gevonden voor een geautomatiseerde zoekactie. Dit betekent dat medewerkers van de Belastingdienst met behulp van extern ingehuurde krachten alle beschikkingen met het kenmerk ‘solventie’ handmatig doornemen.
Meest recente beschikkingen prioriteit
Omdat bij alle verzoeken tot een minnelijke schuldsanering sprake is van bemiddeling door een schuldhulpverlener, zal de Belastingdienst deze schuldhulpverleners via de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet actief benaderen en de mogelijkheid bieden om situaties aan te kaarten waarin mogelijk sprake is geweest van een onterechte afwijzing. De Belastingdienst gaat hier direct mee aan de slag. Ook geeft de Belastingdienst prioriteit aan de meest recente beschikkingen, omdat het waarschijnlijker is dat daar nog sprake is van openstaande schulden waar burgers veel last van kunnen hebben. Verder zal de Belastingdienst in de brieven om mensen te informeren dat zij in FSV geregistreerd stonden, een oproep doen om zich te melden wanneer zij op het moment dat zij een verzoek deden tot een minnelijke schuldsanering een openstaande belastingaanslag of terugvordering toeslagen hadden van meer dan € 10.000.
Het handmatig doornemen van circa 400.000 beschikkingen is zeer arbeidsintensief. De Belastingdienst schat nu in dat het achterhalen van de groep getroffen burgers en de inhoudelijke beoordeling van het verzoek tot eind juni duurt.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 5 februari 2021
Geef een reactie