Hof Den Bosch bepaalt dat een ex-echtgenoot de rente die hij betaalt over de hypotheekschuld met betrekking tot de voormalige echtelijke woning mag aftrekken. Ook als hij geen mede-eigenaar is. Wil de ex-echtgenoot meer dan zijn schuldaandeel aftrekken? Dan zal de rest van dit bedrag als partneralimentatie moeten kwalificeren.
Twee echtgenoten waren met elkaar getrouwd zonder enige gemeenschap van goederen. Zij leefden in een woning waarvan de vrouw de enig eigenares was. Daarnaast waren zij mede-eigenaren van een woning in aanbouw te België. Beide woningen waren bezwaard met een hypotheek en beide echtgenoten waren hoofdelijk aansprakelijk voor deze hypotheekschulden. De man verliet per 1 juni 2013 de echtelijke woning in het kader van een echtscheiding. De ex-echtgenoten kozen niet voor een kwalificatie van fiscale partners voor het hele jaar. De man betaalde in 2013 de volledige rente over de twee hypotheekschulden. Hij meende dat hij deze rente volledig kon aftrekken. Maar van Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag de man alleen de helft van de hypotheekrente met betrekking tot de woning in aanbouw aftrekken. Zie ook ‘Betaalde hypotheekrente bij echtscheiding niet aftrekbaar’.
Scheidingsregeling
Maar in hoger beroep heeft de man meer succes. Het hof wijst erop dat de scheidingsregeling van toepassing is. Daardoor mag de man nog twee jaar lang de betaalde hypotheekrente met betrekking tot de echtelijke woning aftrekken. Het hof verwerpt de stelling van de fiscus voor toepassing van de scheidingsregeling de man mede-eigenaar van de woning moet zijn. Wel is de aftrek beperkt tot het aandeel van de man in de eigenwoningschuld. Op grond van de scheidingsregeling mag de man 50% van de rente met betrekking tot de echtelijke woning aftrekken.
Onderhoudsverplichting
Verder oordeelt het hof dat de man de overige 50% met betrekking tot de echtelijke woning ook kan aftrekken. Het hof merkt de betaling van de overige 50% namelijk aan als een partneralimentatie. Gezien het grote inkomensverschil tussen de man en zijn ex-echtgenote is aannemelijk dat de man met deze betaling wil voldoen aan zijn onderhoudsverplichting. Een en ander vloeit ook voort uit de afspraken die de ex-echtgenoten hebben gemaakt.
Eigenwoningforfait
Overigens bevestigt het hof het standpunt van de inspecteur dat het eigenwoningforfait voor beide woningen voor de man nihil bedraagt. Het hof maakt meteen duidelijk een eventueel verzet van de man tegen dit standpunt niet toe te wijzen. De man heeft daar immers geen belang bij.
Wet: art. 3.111, eerste, derde en vierde lid en 6.3, eerste lid, onderdeel a Wet IB 2001
Geef een reactie