Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft algemene criteria voor thuiswerken op de website van de Rijksoverheid gepubliceerd. Deze handreiking helpt individuele werkgevers en werknemers bij het maken van afwegingen of een werknemer thuis of op locatie kan werken en kan onduidelijkheden over wel of niet thuiswerken wegnemen.
Veel mensen werken sinds het begin van de coronacrisis al thuis. Minister Koolmees liet op 3 februari 2021 in een Kamerbrief weten dat uit onderzoek van TNO blijkt dat circa 9% van de werknemers meer (uren) kan thuiswerken. De minister heeft in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties criteria voor thuiswerken opgesteld om werkgevers en werknemers te ondersteunen bij thuiswerken.
Het uitgangspunt voor de criteria voor thuiswerken is ‘werk thuis, tenzij het niet anders kan’. Maar in veel sectoren kunnen mensen niet of slechts gedeeltelijk thuiswerken, bijvoorbeeld door de aard van het werk of vanwege persoonlijke omstandigheden. Werken op locatie kan nodig zijn, bijvoorbeeld omdat die werknemers nodig zijn om de voortgang van een noodzakelijk bedrijfsproces op locatie te waarborgen of voor die werknemers die toegang moeten hebben tot vertrouwelijke informatie die enkel op de bedrijfslocatie is in te zien.
Mentale klachten
Daarnaast zijn er ook situaties waarin mensen vanwege dringende persoonlijke omstandigheden (deels) thuis of op locatie kunnen werken. Bijvoorbeeld werknemers die door het thuiswerken dusdanige mentale klachten ervaren, dat het voor hun mentale gezondheid noodzakelijk is dat ze hun werk (deels) op locatie doen. Of werknemers voor wie de omstandigheden thuis niet geschikt zijn om vanuit huis te werken, en niet toereikend te maken zijn. Uiteraard moet de werkplek op locatie dan wel voldoen aan de coronamaatregelen van het RIVM.
Onduidelijkheden wegnemen
De handreiking is bedoeld om onduidelijkheden over het al dan niet thuis kunnen werken weg te nemen bij werkgevers en werknemers. De werkgever moet samen met de OR of PVT de concrete uitwerking hiervan nader invullen. Het is belangrijk dat werkgevers en werknemers al bestaande afspraken over naar het werk komen aan de hand van deze criteria opnieuw tegen het licht houden.
De minister geeft in de Kamerbrief aan dat hij in maart 2021 een advies zal vragen aan de SER over de toekomst van hybride werken na de coronacrisis. Deze adviesaanvraag zal over meer thema’s gaan dan alleen arbeidsomstandigheden. Ook gaat het in op bijvoorbeeld de effecten van hybride werken voor mobiliteit en milieu, randvoorwaarden voor een goede balans tussen thuiswerken en werken op locatie, sociaal-maatschappelijke effecten en de gevolgen voor specifieke groepen zoals jongeren en zzp’ers.
Meer informatie: Ministerie SZW, 26 februari 2021
Geef een reactie