Beursvennootschappen kunnen vanaf 1 mei 2021 een bedenktijd van maximaal 250 dagen inroepen wanneer aandeelhouders vragen om ontslag van bestuurders/commissarissen, of wanneer een vijandig overnamebod wordt gedaan én er sprake is van een wezenlijke strijd met het belang van de vennootschap.
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel dat dit regelt. De wet treedt 1 mei 2021 in werking. Het doel is Nederlandse beursvennootschappen te beschermen tegen de druk van bepaalde op korte termijn gerichte aandeelhouders of tegen bepaalde vijandige overnames. In dergelijke situaties kan het kortetermijnbelang gaan overheersen, ten koste van economische en maatschappelijke effecten op de (middel)lange termijn.
Activistische aandeelhouders
De nieuwe wet geeft vennootschappen een ‘adempauze’ door de mogelijkheid een bedenktijd in te roepen tegen activistische aandeelhouders of een vijandig overnamebod wanneer het belang van de onderneming wezenlijk wordt geschaad. Verder maakt de wet duidelijk dat het bepalen van de strategie primair bij het bestuur ligt, en dat zij in staat moeten worden gesteld een goede belangenafweging en zorgvuldige beleidsbepaling te maken.
Waarborgen tegen misbruik
Om te voorkomen dat de bedenktijd wordt misbruikt, bevat de wet verschillende waarborgen. De raad van commissarissen moet instemmen met de bedenktijd, en er moet sprake zijn van een wezenlijke strijd met het belang van de vennootschap. Ook wordt het mogelijk voor de Ondernemingskamer om de bedenktijd te beëindigen.
Meer informatie: Eerste Kamer, 23 maart 2021
Geef een reactie