Bij het vaststellen van het gebruikelijk loon vindt de toepassing van de normbedragen in principe niet naar tijdsgelang plaats. Een dga die dus maar een paar maanden voor zijn bv werkt kan toch het volle normbedrag aan gebruikelijk loon genieten.
Een man voerde voor Rechtbank Noord-Holland een beroepsprocedure tegen twee navorderingsaanslagen inkomstenbelasting. Een van deze navorderingsaanslagen betrof mede het gebruikelijk loon dat hij moest genieten voor de werkzaamheden voor zijn bv. De dga had niet meer dan vier maanden voor zijn bv gewerkt. Toch had de Belastingdienst het gebruikelijk loon gesteld op het volledige normbedrag van € 44.000 (bedrag 2015, bedrag 2021: € 47.000). De rechtbank oordeelt dat de inspecteur daarmee correct heeft gehandeld. Dat de dga maar vier maanden heeft gewerkt is geen reden om maar een derde van het normbedrag te hanteren. Bovendien maakt de dga niet aannemelijk dat voor zijn project van vier maanden een lager loon dan € 44.000 gebruikelijk zou zijn als geen sprake was van een aanmerkelijk belang.
Besluit: art. 12a Wet LB
Geef een reactie