De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs reageert op het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022. De Orde plaatst opmerkingen bij de algemene misbruikbepaling in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en doet een aantal suggesties voor reparaties.
Het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 is in januari naar de Tweede Kamer gestuurd waarbij de beoogde inwerkingtreding 1 januari 2022 is.
Algemene antimisbruikbepaling WIB
De Orde vraagt zich af of met de nu voorgestelde antimisbruikbepaling het beoogde doel wordt bereikt, aangezien de voorgestelde bepaling alleen op rapporterende financiële instellingen is gericht. In andere woorden, constructies die informatie-uitwisseling frustreren, maar buiten medeweten van de rapporterende financiële instelling door andere personen zijn opgezet, blijven (effectief) buiten het bereik van de voorgestelde antimisbruikbepaling. De Orde vraagt of dit zo is bedoeld.
Kwalificerende buitenlandse belastingplicht
De Orde constateert dat de regeling van de kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen van artikel 7.8 Wet IB 2001 nog altijd niet is aangepast aan het Spaanse voetbalmakelaarsarrest van het Hof van Justitie EU.
Aanpassen anoniementarief (artikel 26b Wet LB)
De Orde constateert dat het anoniementarief in de loonbelasting nog altijd op 52 procent is vastgesteld, terwijl het toptarief voor de inkomsten- en loonbelasting per 1 januari 2020 al is verlaagd naar 49,5 procent. De Orde wijst op de risico’s voor de Belastingdienst die samenhangen met een anoniementarief dat hoger is dan het reguliere toptarief. De Orde verzoekt daarom om het anoniementarief in de loonbelasting te verlagen naar 49,5 procent en in het verlengde daarvan om alle regelingen en tabellen die daaraan gekoppeld zijn, eveneens aan te passen, en wel met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020.
Aanpassen WKR-eindheffingstarief
De Orde merkt op dat ondanks de verlaging van de inkomstenbelastingtarieven box 1 per 1 januari 2020, het eindheffingstarief in de werkkostenregeling ongewijzigd op 80 procent is gehandhaafd. Het percentage van 80 berust op een gemiddeld enkelvoudig tarief van 44,4 procent dat bij de invoering is afgestemd op de toentertijd geldende belastingtarieven. Naar de mening van de Orde staat dit percentage thans niet meer in verhouding tot de huidige tarieven. De Orde verzoekt dan ook om het gemiddelde belastingpercentage, zoals dat in 2021 geldt, als uitgangspunt te nemen voor een herijking van het tarief van de WKR. Naar de mening van de Orde is een eindheffingstarief van 75 procent consistenter en meer in balans met de voorgestelde tabeltarieven voor 2020 en volgende jaren.
Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting
In de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 is een nieuwe inhoudingsvrijstelling geïntroduceerd voor lichamen die niet aan de heffing van vennootschapsbelasting zijn onderworpen, zoals pensioenfondsen, stichtingen, verenigingen en overheidslichamen die geen materiële onderneming drijven. Voor deze lichamen geldt nu de teruggaafregeling wat voor deze lichamen leidt tot een liquiditeitsnadeel en tot het onnodig rondpompen van geld. De inwerkingtreding van deze inhoudingsvrijstelling zou plaatsvinden bij koninklijk besluit, omdat dit pas mogelijk was, nadat deze inhoudingsvrijstelling in de digitale ICT-systemen van de Belastingdienst was verwerkt. De Orde beveelt dringend aan deze inhoudingsvrijstelling zo spoedig mogelijk te verwerken in de software van de Belastingdienst en deze bepaling in werking te laten treden.
Geef een reactie