Maakt een bv geld over aan een andere vennootschap waarin haar dga in privé participeert? En is het aannemelijk dat deze overmaking samenhangt met de participatie van de dga? Dan krijgt de bv geen vordering op de andere vennootschap, maar op haar dga, aldus Rechtbank Gelderland.
Een bv claimde een vordering te hebben op een andere vennootschap van ongeveer € 1,2 miljoen. Dit bedrag bestond uit een optierecht op een derde deel van de aandelen in de vennootschap, een investering in de vennootschap en een lening. De bv wilde de totale vordering afwaarderen, maar zowel de Belastingdienst als de rechtbank meent dat dit niet is toegestaan. De reden is dat niet de bv, maar haar dga lenings- en optierechtovereenkomsten met de (aandeelhouders van) de vennootschap is aangegaan. Dat heeft hij in privé gedaan. De rechtbank gelooft dat de bedragen die de bv heeft overgemaakt aan de vennootschap samenhangen met de privébelegging van de dga. De bv heeft daarom een vordering op haar dga verkregen. De dga heeft echter te veel vermogen om een afwaardering van de vordering te rechtvaardigen.
Wet: art. 3.25 Wet IB 2001 en art. 8, eerste lid Wet Vpb 1969
Bron: Rechtbank Gelderland 25 maart 2021 (gepubliceerd 30 april 2021), ECLI:NL:RBGEL:2021:1407, AWB 20/461
Geef een reactie