Een advocaat moet bepalen of aan hem toevertrouwde informatie onder het verschoningsrecht valt. Is dat het geval? Dan moet de inspecteur en ook de rechter dit standpunt respecteren.
Een man was in 2009 gewond geraakt bij een vliegtuigongeluk. Daarom ontving hij in 2009 en 2010 een schadevergoeding van Turkish Airlines en in 2012 van Boeing. De schadevergoedingen zijn door de man niet fiscaal verantwoord. Na onderzoek heeft de inspecteur twee informatiebeschikkingen genomen wegens schending van de inlichtingenplicht. De inspecteur beroept zich daarbij op een ordner die bij een huisbezoek bij de man (die zelf niet thuis was) is meegenomen. Deze ordner bevat informatie tussen de man en een advocatenkantoor. Zie voor de uitspraak van Hof Den Bosch ‘Verschoningsrecht advocaat gaat boven fiscaal belang’.
Geen onrechtmatig verkregen bewijs
De stelling van de man dat de inspecteur de settlement demand (tegen Boeing ingediende schadeclaim) onrechtmatig heeft verkregen, is volgens de Hoge Raad terecht door het hof verworpen. De man of althans zijn echtgenote heeft namelijk de settlement demand vrijwillig verstrekt. Het restant van de eerste informatiebeschikking voldoet volgens de Hoge Raad aan de daaraan te stellen eisen. Het staat de inspecteur vrij in de informatiebeschikking te verwijzen naar de inhoud van de eerder door hem gestelde vragen. Wel moet het de man uit het geheel van die vragen voldoende duidelijk zijn welke gegevens de inspecteur nog verlangt en in welke vorm hij die wenst te ontvangen.
Cautie niet van toepassing
De stelling van de man dat ten onrechte niet de cautie is gegeven faalt ook. Er is hier namelijk geen sprake geweest van een verhoor met het oog op het opleggen van een boete.
Reikwijdte verschoningsrecht advocaat
Met betrekking tot het incidentele cassatieberoep oordeelt de Hoge Raad dat het hof terecht heeft geoordeeld dat het verschoningsrecht van de advocaat zich uitstrekt tot alle stukken in de ordner. Het is echter in beginsel aan de advocaat om te bepalen of aan hem toevertrouwde informatie onder het verschoningsrecht valt. Dat wil zeggen dat kennisneming van die informatie zou leiden tot schending van het beroepsgeheim van de advocaat. Is de advocaat van oordeel dat de informatie onder het verschoningsrecht valt, dan dient de inspecteur en ook de rechter dit standpunt te eerbiedigen. Dit is anders als redelijkerwijze geen twijfel kan bestaan dat verstrekking van de informatie niet leidt tot schending van het beroepsgeheim van de advocaat. Het verschoningsrecht van de advocaat heeft betrekking op hetgeen hem in de hoedanigheid van advocaat is toevertrouwd. Anders dan de staatssecretaris betoogt, geldt voorts dat het verschoningsrecht van een advocaat zich ook kan uitstrekken tot stukken die geen juridische bevindingen, kwalificaties of conclusies bevatten.
Wet: art. 52a en 53a AWR en art. 5:10a AWB
Geef een reactie