Als een btw-ondernemer ten onrechte twee btw-nummers krijgt toegewezen, kan het gebeuren dat hij onder het onterechte btw-nummer te veel voorbelasting aftrekt. In dat geval mag de fiscus de btw naheffen bij de ondernemer. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag dat zelfs onder het onterecht toegekende btw-nummer.
Een man trad via een eenmanszaak op als (fiscaal) bedrijfs- en praktijkadviseur. Daarnaast verhuurde hij en zijn echtgenote acht appartementencomplexen en winkelruimten. Voor beide activiteiten kreeg hij een btw-nummer toegekend. Naar aanleiding van een boekenonderzoek constateerde de inspecteur dat bij de verhuuractiviteiten de btw-ondernemer, aangeduid met de combinatie, ten onrechte geen splitsing had aangebracht in de voorbelasting. De combinatie deed namelijk zowel aan belaste als btw-vrijgestelde verhuur. De inspecteur legde de combinatie naheffingsaanslagen op over de jaren 2010 tot en met 2015. Daarnaast legde hij de eenmanszaak naheffingsaanslagen op over de jaren 2013, 2014 en 2015.
Op onterecht btw-nummer teruggaaf genoten
De man ging in beroep tegen deze naheffingsaanslagen. Hij wijst erop dat de Belastingdienst erkent dat de eenmanszaak en de combinatie maar één btw-ondernemer vormen. Het tweede btw-nummer voor de combinatie is dus ten onrechte toegekend. De rechtbank is het daarmee eens, maar merkt op dat de combinatie wel een teruggaaf heeft genoten. Daarom is naheffing bij de combinatie mogelijk, zij het wel beperkt tot het bedrag van de verleende teruggaven.
Geen tweede naheffingsaanslag
De man doet bovendien een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. De Belastingdienst had namelijk de eenmanszaak al eerder naheffingsaanslagen opgelegd ter behoud van recht. Na bezwaar door de man heeft de inspecteur deze aanslagen vernietigd. Daarmee heeft hij volgens de rechtbank bij de man het vertrouwen opgewekt dat geen tweede naheffingsaanslag zou volgen. De rechtbank vernietigt daarom de naheffingsaanslagen op naam van de eenmanszaak.
Wet: art. 20 AWR en art. 15 Wet OB 1968
Geef een reactie