Het kabinet heeft PWC laten onderzoeken in hoeverre een heffing in box 3 op basis van werkelijk behaalde rendementen haalbaar is. Ook de mogelijkheden van een tegenbewijsmogelijkheid is onderzocht.
De onderzoekers van PWC hebben per vermogensbestanddeel in kaart gebracht hoe de Belastingdienst de beschikking kan krijgen over de noodzakelijke data voor heffing over het werkelijk rendement. Hierbij is specifiek gekeken naar heffingen in de vorm van een vermogensaanwasbelasting (VAB) en een vermogenswinstbelasting (VWB). Op grond van meting van de data eigenschappen is de praktische uitvoerbaarheid van een VAB en een VWB uitgedrukt in een score van 0 tot 100.
Uitkomst onderzoek
Uit het onderzoek is gebleken dat de VAB en de VWB qua uitvoerbaarheid lager scoren dan het huidige stelsel. Bovendien verschilt de score per vermogensbestanddeel. Er zijn volgens het onderzoek mogelijkheden om over de relevante data te beschikken om de heffing in box 3 volgens de werkelijk behaalde rendementen plaats te laten vinden. Dit vergt echter een forse uitbreiding van de data aanlevering aan de Belastingdienst. Conclusie is dat het bijvoorbeeld mogelijk is voor bepaalde vermogensbestanddelen zoals spaartegoeden, de daadwerkelijk behaalde rendementen te belasten en voor andere een forfaitaire heffing te gebruiken. Het onderzoek biedt waardevolle aanknopingspunten die kunnen bijdragen aan een nadere uitwerking van een stelsel naar werkelijk rendement in een volgend kabinet.
Tegenbewijsregeling
De invoering van een tegenbewijsregeling wordt afgeraden. Een dergelijke tegenbewijsregeling maakt namelijk inbreuk op de vereisten die het rechtszekerheidsbeginsel stelt aan wetgeving, is complex, conflictgevoelig en biedt mogelijkheden tot arbitrage. Ook kan niet worden uitgesloten dat belastingplichtigen die geen gebruik kunnen maken van de tegenbewijsregeling zich zullen beroepen op het gelijkheidsbeginsel.
Wijzigingen in vermogensuitvraag
Vanaf 2021 is een nieuwe manier van vermogensuitvraag gekomen door de Belastingdienst. Doel daarvan is te voorkomen dat de verhoging van het heffingsvrije vermogen doorwerkt in het recht op of de hoogte van inkomensafhankelijke regelingen. Om de benodigde gegevens te verkrijgen is de huidige vormgeving van het systeem bij de Belastingdienst niet ideaal. Binnen de Belastingdienst wordt echter gewerkt aan een werkbaar systeem waarmee de nieuwe vorm van vermogensuitvraag correct en betrouwbaar uitgevoerd kan worden. Een andere vormgeving van de vermogensuitvraag is op korte termijn dan ook niet noodzakelijk.
Bron: Kamerbrief over box 3 van de Staatssecretaris van Financiën van 21 juni 2021
Geef een reactie