Als de werkgever de 30%-regeling niet toepast op het loon van een extraterritoriale werknemer, kan die werknemer deze regeling niet toepassen in de inkomstenbelasting.
Rechtbank Den Haag moest een zaak behandelen waarin een man met de Deense nationaliteit van 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015 in loondienst was bij een bv in Nederland. Vanaf 1 april 2015 werkte de man voor zijn eigen bv. Hij ontving over de maanden april en mei 2015 in totaal ongeveer € 1,5 miljoen aan loon. De werkgever mocht op dit loon de 30%-regeling toepassen, maar deed dat niet. De man besloot daarom in zijn aangifte IB/PVV 2015 dan maar een correctie 30%-regeling af te trekken. Maar dat accepteert de inspecteur niet.
Werkgever moet eindheffingsloon aanwijzen
De rechtbank wijst erop dat het loonbegrip van de inkomstenbelasting in principe het loonbegrip van de loonbelasting volgt. De hoofdregel is dat alles wat de werknemer uit dienstbetrekking geniet, loon is. Vergoedingen die de werkgever aanwijst als eindheffingsloon, vormen echter geen loon voor de inkomstenbelasting. Maar in deze zaak heeft de Nederlandse werkgever geen vergoeding voor extraterritoriale kosten aangewezen als eindheffingsloon. Daardoor geldt evenmin een vrijstelling voor de inkomstenbelasting. De rechtbank staat niet toe dat de werknemer zelf een correctie toepast. Het ten onrechte niet benutten van de 30%-regeling is een fout die hoogstens door de werkgever is te herstellen via een correctiebericht.
Wet: art. 3.81 en 3.84 Wet IB 2001 en art. 10, 31, eerste lid onderdeel f en 31a, achtste lid Wet LB
Geef een reactie