Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat verstrekking van een alcoholisch pauzedrankje bij een theatervoorstelling niet is onderworpen aan het verlaagde tarief omzetbelasting.
Een exploitant van een theater berekende de toegangsprijzen voor theatervoorstellingen inclusief € 3,75. Dit bedrag was bedoeld voor het gebruik van de garderobe, een pauzedrankje en administratiekosten. Bij voorstellingen van lokale verenigingen waren de prijzen van de entreekaartjes exclusief, administratiekosten, garderobe en een pauzedrankje. Bij de voorstellingen waarin wel € 3,75 in rekening was gebracht, konden de bezoekers in de pauze zelf kiezen uit alcoholische of non-alcoholische drankjes die in de foyers van het theater stonden.
Het geschil
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of voor verstrekking van de alcoholische pauzedrankjes ook het verlaagde tarief van toepassing is. Meer specifiek in geschil is of de verstrekking van pauzedrankjes een bijkomende prestatie is, die opgaat in het verlenen van toegang tot muziek- of toneelvoorstellingen. Voor de laatste prestatie geldt het verlaagde tarief.
Aanwijzingen voor bijkomende prestaties
Heeft een bepaalde prestatie geen afzonderlijk belang voor de afnemer? Dan kan daarin volgens de rechtbank een aanwijzing zijn gelegen dat die prestatie bijkomend is. Dat is niet het geval als binnen de kring van afnemers van de hoofdprestatie het belang bij het afnemen van de bijkomende prestatie onderling verschilt. Er is evenmin sprake van een bijkomende prestatie als een afzonderlijke vergoeding voor de nevenprestatie wordt berekend. Ook als de afnemer de keuze heeft om de nevenprestatie al dan niet af te nemen is geen sprake van een bijkomende prestatie.
Beoordeling verstrekken alcoholisch pauzedrankje
Volgens de rechtbank brengt het verstrekken van een pauzedrankje niet met zich mee dat dit het bezoek aan theatervoorstellingen optimaler maakt. De rechtbank ziet het verkrijgen van een drankje vanuit het perspectief van de bezoeker als afzonderlijk belang. Ook is de prijsstelling niet van belang voor beantwoording van de vraag of sprake is van een afzonderlijke prestatie of niet. De rechtbank oordeelt dat verstrekking van een alcoholisch pauzedrankje een afzonderlijke prestatie is. Die prestatie is onderworpen aan het algemene hoge tarief omzetbelasting.
Wet: art. 9 Wet OB 1968 en tabel I, post b14
Geef een reactie