Op 7 juni 2021 is een internetconsultatie gestart over aanpassing van de Wwft aan de vierde richtlijn. Via de internetconsultatie heeft de NOB verzocht om een duidelijke toelichting en handvatten voor de praktijk aan de hand van concrete voorbeelden.
Met haar reactie wil de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) met name aandacht vragen voor de reikwijdte van de Leidraad voor specifieke beroepsgroepen. De NOB kan zich niet vinden in de gemaakte opmerking over het niet kunnen identificeren van een échte UBO. Dat zou in de meeste gevallen risico’s met zich kunnen meebrengen. Volgens de NOB zal bij het ontbreken van een échte UBO, de verdeling van de belangen volstrekt helder zijn. Ook zal duidelijk zijn waarom er geen échte UBO is. De NOB dringt erop aan de onderhavige tekst in Leidraad op dit punt te nuanceren.
Verduidelijking UBO-begrip gewenst
Verder vraagt de NOB de wetgever het UBO-begrip op een aantal onderdelen te verduidelijken:
- Het niet-limitatieve karakter van het UBO-begrip;
- Het UBO-begrip bij vennootschappen en soortgelijke juridische entiteiten: of het criterium van ‘meer dan 25% belang’ moet worden vastgesteld op basis van nominaal aandelenkapitaal of aantal aandelen, of controle (meer dan 50% belang) een relevant element is, hoe moet worden omgegaan met een trust als aandeelhouder van een vennootschap, hoe een échte UBO in een viertal specifieke gevallen moet worden vastgesteld bij een stichting en een nadere duiding van het begrip ‘uitkering’; en
- Het UBO-begrip bij trust en soortgelijke juridische constructies: tenslotte herhaalt de NOB een deel van haar reactie op het Implementatiewetsvoorstel trustregister dat momenteel in behandeling is bij de Tweede Kamer, waarin een aantal vragen is opgenomen omtrent het bepalen van de UBO van trust(achtigen) aangezien deze mogelijkerwijs in de Leidraad kunnen worden geadresseerd.
Bron: NOB, 5 juli 2021
Geef een reactie