Als de inspecteur te lang doet over het sturen van belangrijke stukken naar de griffier, neemt de rechter deze stukken niet in aanmerking. Dit kan reden zijn om een informatiebeschikking te vernietigen.
Op 8 juli 2015 had de Belastingdienst een aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) per brief 35 vragen gesteld over de ingediende aangiftes IB/PVV over de jaren 2010 tot en met 2013. De vragen waren onderverdeeld in zes categorieën. Bijvoorbeeld ‘resultaat ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen’ en ‘inkomen uit aanmerkelijk belang’. Na drie keer om uitstel te hebben gevraagd, verstrekte de ab-houder op 6 november 2015 informatie aan de fiscus. Maar de inspecteur vond dat de ab-houder onvoldoende informatie had gegeven. Hij splitste daarom een paar oude vragen op in meerdere vragen. De ab-houder vroeg vervolgens voor de vierde keer om uitstel. Maar de Belastingdienst ging daar niet op in en legde de ab-houder een informatiebeschikking op. Naar aanleiding van het bezwaarschrift van de ab-houder trok de inspecteur een deel van de informatiebeschikking in. De ab-houder ging daarop in beroep om ook de rest van de beschikking te laten vernietigen.
Stukken voor OB- en IB-inspecteur
In het kader van een controleonderzoek voor de omzetbelasting (OB) had de ab-houder 770 bladzijden aan stukken overlegd aan de inspecteur voor de OB. De inspecteur voor de inkomstenbelasting stelde aanvankelijk dat deze stukken niet aan hem ter beschikking stonden. Maar hij kwam daar later op terug. Omdat hij wist van de informatie in deze stukken, moest hij deze tijdig met enkele andere stukken toesturen naar de griffier. Uiteindelijk diende de Belastingdienst 829 bladzijden aan stukken in bij de rechtbank.
Relevante stukken te laat ingediend
Deze stukken waren echter niet op tijd ingediend. Rechtbank Zeeland-West-Brabant neemt ze daarom niet in aanmerking. Maar zonder kennisneming van de stukken kan de rechtbank niet beoordelen of de ab-houder heeft voldaan aan zijn informatieverplichting. Deze onduidelijkheid moet echter voor rekening en risico komen van de Belastingdienst. Daarom vernietigt de rechtbank de informatiebeschikking.
Wet: art. 8:42, eerste lid Awb en art. 47 AWR (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0002320&hoofdstuk=VIII&afdeling=2&artikel=47&z=2021-07-01&g=2021-07-01)
Geef een reactie