Dit besluit behandelt het beleid op het gebied van de btw-heffing bij de uitvoer van reizigersbagage. In het besluit is opgenomen onder welke voorwaarden de leverancier het nultarief voor deze reizigersbagage kan toepassen. Ook wordt de handelwijze bij toepassing door de leverancier van de teruggaafprocedure en het zogenoemde chequesysteem toegelicht.
Met ingang van 1 januari 2021 is artikel 23a, derde lid van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat voor toepassing van het nultarief ook een (kopie)factuur of daarmee gelijk te stellen bescheid voldoet, die/dat is voorzien van een digitale stempel. De aanpassing is verwerkt in onderdeel 2 van dit besluit. Daarbij is verduidelijkt dat ook digitale stempels van andere EU-lidstaten volstaan. Verder is de voorwaarde voor toepassing van het nultarief vervallen die inhield dat de leverancier over een afschrift van het legitimatiebewijs van de koper diende te beschikken. Ook zijn enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd.
Bron: Besluit van 13 juli 2021, nr. 2021-7204, Ministerie van Financien, Stcrt. 2021, 36025
Geef een reactie