Een belastingadviseur mag zijn aansprakelijkheid tegenover consumenten niet via een exoneratiebeding beperken tot een terugbetaling van zijn honorarium.
Een Belgisch echtpaar heeft een bv, die een accountants- en belastingadvieskantoor drijft, benaderd voor advies over een bedrijfsoverdracht. Als gevolg van een tekortkoming in het fiscaal advies lijdt het echtpaar belastingschade. Het gaat in ieder geval om € 358.221,86 aan directe vermogensschade. De echtgenoten stellen de bv aansprakelijk voor geleden schade, maar de bv beroept zich op de exoneratiebepaling in haar algemene voorwaarden. De echtgenoten vinden dat dit exoneratiebeding te ver gaat en beginnen een lange beroepsprocedure. Zie ook ‘Belastingadviseur moet spontaan adviesgeven over non-gevolg’ en ‘Hoge Raad bevestigt spontane adviseringsplicht’. Na een eindarrest heeft hof Arnhem-Leeuwarden de opdracht gekregen deze zaak te behandelen. Het hof moet nagaan of de bv zich inderdaad kan beroepen op het exoneratiebeding.
Cliënten hebben als consumenten gehandeld
Een beding in de algemene voorwaarden van een bedrijf kan vernietigbaar zijn als het gezien de omstandigheden onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Bij een beperking van het recht van consumenten op schadevergoeding geldt een vermoeden dat dit onredelijk bezwarend is. Daarom kijkt het hof of de echtgenoten hebben gehandeld als consumenten. Volgens de bv is dat niet het geval, omdat het advies is gevraagd en gegeven in het kader van een meerpartijenovereenkomst. Daarbij was de vennootschap van de echtgenoten ook betrokken. Deze vennootschap heeft de advieskosten betaald. Maar volgens het hof gebeurt het (onterecht) afwentelen van privékosten op ondernemingen in de praktijk wel vaker. De echtgenoten wilden vooral weten wat er met hun vermogen gebeurde na een schenking van de aandelen. Volgens het hof is advies typisch gericht aan consumenten en is bedoeld voor de periode na hun ondernemerschap. De echtgenoten hebben als consumenten de bv om advies gevraagd.
Vergaande uitsluiting van aansprakelijkheid is onredelijk
Vervolgens probeert het belastingadviesbureau het vermoeden, dat de exoneratiebepaling onredelijk bezwarend is, te ontzenuwen. Maar het hof merkt op dat deze bepaling heel erg ver gaat. De exoneratiebepaling van de bv sluit iedere aansprakelijkheid voor indirecte schade uit en beperkt die drastisch voor de (mogelijk omvangrijke) directe schade tot het daarmee samenhangende honorarium. De bepaling onderscheidt en nuanceert niet naar de mate van schuld. Verder houdt deze exoneratiebepaling geen rekening met de verplichte en feitelijke dekking door een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Verder blijkt niet dat een wanverhouding bestaat tussen het honorarium voor de prestatie en de omvang van de voorzienbare schade bij het maken van een fout. De exoneratiebepaling telt dus als onredelijk bezwarend. De bv kan zich niet op deze bepaling beroepen. Uiteindelijk verplicht het hof de bv tot het vergoeden van de directe vermogensschade, de buitengerechtelijke kosten van bijna € 77.000 en ruim € 40.000 aan proceskosten en griffierechten.
Richtlijn: art. 2, onderdeel b en 3, eerste lid Richtlijn 93/13/EEG
Wet: art. 6:101, 6:233 en 6:237, onderdeel f BW
Geef een reactie