Een belastingadviseur is niet aansprakelijk te stellen voor onvoorzienbare schade die zijn cliënt lijdt als gevolg van een schending van de zorgplicht door de adviseur.
Een akkerbouwer heeft een belastingadvieskantoor aansprakelijk gesteld voor een beroepsfout bij het opstellen van de aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2019. Het belastingadvieskantoor heeft een te lage omzet genoteerd en geen suppletie ingediend. Dit heeft ertoe geleid dat de akkerbouwer niet op tijd de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie kon aanvragen voor het eerste kwartaal van 2021. De akkerbouwer heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de TVL-aanvraag door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Maar RVO.nl heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De akkerbouwer stelt dat de belastingadviseur zijn zorgplicht heeft geschonden. Daarom vordert de ondernemer een schadevergoeding van € 124.761,00 voor de misgelopen TVL-subsidie en € 5.929,78 voor buitengerechtelijke kosten.
Schending zorgplicht, maar schade niet toerekenbaar
De rechtbank oordeelt dat het belastingadvieskantoor inderdaad haar zorgplicht heeft geschonden door de omzet onjuist te verwerken en geen suppletie in te dienen. Echter, de rechtbank acht de schade niet toerekenbaar aan het belastingadvieskantoor. De TVL-subsidie was namelijk een onvoorzienbare omstandigheid ten tijde van het opstellen van de aangifte. De coronapandemie en de daaropvolgende TVL-regeling waren niet te voorzien, waardoor de schade niet aan de belastingadviseur is toe te rekenen. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Besluit: art. 15 Uitv.besl. OB 1968
Bron: rechtbank Gelderland 11 december 2024 (gepubliceerd 2 januari 2025), ECLI:NL:RBGEL:2024:8528, 431391
Gert Timmerman says
Als de accountant (F) juist werk had geleverd was er niet (zo veel) misgegaan.