Uit onderzoek blijkt dat de leden van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en het Register Belastingadviseurs nog altijd ontevreden zijn over de dienstverlening door de Belastingdienst.
De fiscale beroepsverenigingen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en het Register Belastingadviseurs (RB) laten elke twee jaaronderzoek uitvoeren naar de vraag hoe de leden hun relatie met de Belastingdienst ervaren. In dit onderzoek valt op dat bedrijfsfiscalisten veel vaker persoonlijk contact hebben met de Belastingdienst dan belastingadviseurs. Tijdens de coronapandemie verliepen de persoonlijke afspraken online via Teams, Zoom of Webex. Vaak vinden de onderzochte RB/NOB-leden de combinatie e-mail en telefonisch contact het meest aantrekkelijk. Maar voor de meeste fiscaal dienstverleners is deze voorkeur in de praktijk lastig te realiseren. Dat komt door het ontbreken van contactgegevens van de dossierbehandelaars en de inhoudelijk specialisten van de Belastingdienst. Zo’n 89% van de bedrijfsfiscalisten hebben een vaste contactpersoon, bij belastingadviseurs is dat maar 28%. Een vaste contactpersoon scoort een 7,7 voor waardering. Dat is duidelijk hoger dan de score van 6,5 voor Belastingdienstmedewerkers in het algemeen.
Bereikbaarheid
Hoewel een goede bereikbaarheid van de Belastingdienst een absolute prioriteit is, was en blijft dit een verbeterpunt. De waardering van de bereikbaarheid neemt wel toe als eenmaal een contactpersoon bekend is. Ongeveer de helft van de onderzochte leden ervaart de bereikbaarheid dan als ‘goed’ of ‘uitstekend’. Overigens staan op de correspondentie vanuit de Belastingdienst steeds vaker de contactgegevens van de dossierbehandelaar inclusief e-mailadres vermeld. Maar in de praktijk is nog geen sprake van een consistente werkwijze. Een ander punt van zorg is dat de Belastingdienst de afhandeling van schriftelijke correspondentie nog altijd niet op orde heeft. De RB/NOB-leden proberen deze vorm van correspondentie daarom zo veel mogelijk te vermijden.
Kwaliteit van de dienstverlening
40% van de NOB-leden en 20% van de RB-leden vindt de kwaliteit van de dienstverlening door de fiscus lager dan in 2019. Het overall gemiddelde waarderingscijfer van belastingadviseurs voor de kwaliteit van de dienstverlening van de Belastingdienst is blijven staan op 5,9. Maar de kwaliteitsaspecten die te maken hebben met de ‘workflow’ scoren slechts een 5,1. Daarbij maakt het nauwelijks verschil of men al dan niet onder een Horizontaal toezicht convenant werkt. Bedrijfsfiscalisten waarderen de dienstverlening gemiddeld op 6,7.
Relatie met de Belastingdienst
De leden van de NOB en het RB waarderen de relatie met de Belastingdienst gemiddeld met een 5,7. De scores voor ‘Automatiseringssystemen’, ‘Wederzijds vertrouwen’ en ‘Vaktechnische kennis’ zijn 5,1 respectievelijk 6,0 en 6,3. Bedrijfsfiscalisten zijn meer tevreden dan belastingadviseurs. Daarbij gaat het vooral om de vaktechnische kennis, efficiency en wederzijds vertrouwen.
Rechtszekerheid en rechtsbescherming
De beleving met betrekking tot rechtszekerheid en rechtsbescherming is ten opzichte van 2019 enigszins verbeterd. 30% van de belastingadviseurs vindt dat de Belastingdienst hogere fiscale boetes oplegt. Hoewel deze boetes wettelijk correct zijn toegepast staan zij volgens veel leden niet in verhouding tot het verzuim. Ook ontbreekt het vaak aan de menselijke maat. De leden ervaren duidelijk een verdere verharding van de verhoudingen.
Horizontaal toezicht
Bedrijfsfiscalisten staan positiever tegenover Horizontaal Toezicht dan belastingadviseurs. Dit is ook te zien in de ervaring met Horizontaal Toezicht: 65% bij bedrijfsfiscalisten en 37% bij belastingadviseurs. Ruim 40% van de onderzochte leden die werken onder Horizontaal Toezicht zeggen nog altijd geen vaste contactpersoon te hebben. Dit is echter een van de belangrijkste concrete voordelen van een HT-convenant. Over het algemeen vinden de onderzochte leden dat de Belastingdienst zijn inspanningsverplichtingen onvoldoende nakomt . Bovendien legt de fiscus nog altijd te veel controles op onder Horizontaal Toezicht, ten koste van verticaal toezicht. Daardoor is de toegevoegde waarde van Horizontaal Toezicht voor belastingplichtigen in de praktijk beperkt.
Bron: NOB 31 mei 2022 en RB 31 mei 2022
Geef een reactie