Laat een belastingadviseur na om een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting voor zijn cliënt te claimen? Maar mocht hij op basis van een verdragsuitleg menen dat zijn cliënt geen recht heeft op die vermindering? Dan kan de cliënt geen schadevergoeding vorderen van zijn belastingadviseur.
Een man was in 2010 met zijn gezin vanuit Nederland naar Bulgarije geëmigreerd. Na zijn overlijden in Bulgarije remigreerden zijn weduwe en hun kinderen naar Nederland. Volgens een verklaring van erfrecht waren de vrouw en haar kinderen op grond van de Nederlandse wet de enige erfgenamen van de man. Een fiscalist die in dienst was bij een accountants- en advieskantoor diende namens de erfgenamen de aangifte erfbelasting in. Hij had ook de aangiftes inkomstenbelasting van de man over de jaren 2011 – 2014 ingediend. Daarbij had hij geen vermindering ter voorkoming van dubbele belasting met betrekking tot de pensioeninkomsten geclaimd. Daarnaast had de fiscalist de man niet geadviseerd om in Nederland verzekeringsplichtig voor de Anw. De vrouw had daarom geen recht op een Anw-uitkering. Zij vond daarom dat de fiscalist en zijn werkgever waren tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen tegenover de erfgenamen.
Geen advies over Anw-verzekeringsplicht gevraagd
Zij stapte daarom naar Rechtbank Noord-Holland om van de fiscalist en het accountants- en advieskantoor een schadevergoeding te vorderen. Als erfgename van de contractpartij met het advieskantoor is zij ontvankelijk in haar vordering. Maar uit de e-mailwisseling tussen de man en het belastingadviesbureau blijkt dat de man geen breed fiscaal advies vroeg. Zijn vragen gingen vooral over de fiscale behandeling van zijn pensioen. Ook had hij vragen over de aftrekbaarheid van hypotheek- en alimentatielasten. De fiscalist had in een korte e-mail ook de voordelen opgesomd van het weer inschrijven in Nederland. Daarbij had hij het verzekerd blijven voor alle volksverzekeringen genoemd. Ook de mogelijkheid van vrijwillige verzekering was aan de orde geweest. Maar de man heeft zelf ervoor gekozen dat niet te doen. De rechtbank oordeelt dat de fiscalist op dat punt geen onjuist advies heeft gegeven.
Twee zienswijzen mogelijk
Vervolgens gaat de rechtbank in op de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting die de fiscalist niet heeft geclaimd. De rechtbank constateert dat de vrouw en de fiscalist het begrip ‘inwoner’ in het belastingverdrag tussen Nederland en Bulgarije verschillend uitleggen. Volgens de uitleg van de vrouw kwalificeerde haar man als inwoner van Bulgarije. Daardoor zou Bulgarije de pensioenuitkering mogen belasten en Nederland niet. Maar de fiscalist meent dat de man geen inwoner van Bulgarije was omdat hij niet de Bulgaarse nationaliteit had. De rechtbank leidt hieruit af dat in deze kwestie twee zienswijzen mogelijk zijn. Een redelijk handelend belastingadviseur geeft geen verkeerd advies als hij een van die zienswijzen beredeneerd volgt. Bovendien beschikte de fiscalist op het moment van de IB-aangiftes niet over de certificaten van residentie. De rechtbank wijst daarom ook dit punt van haar vordering af.
Verdrag: art. 4 Verdrag NL-Bulgarije (oud)
Wet: art. 3:171, 3:189, tweede lid, 4:52 en 7:401 BW
Geef een reactie