Voor de heffing van loonbelasting telt een gezonde maaltijd niet als een Arbovoorziening waarvoor een gerichte vrijstelling in de loonbelasting geldt.
Een bv die was gespecialiseerd in de ontwikkeling en verkoop van cressen, had ook een bedrijfsrestaurant. Haar werknemers konden in 2017 en 2018 dagelijks gratis lunchen in dit bedrijfsrestaurant. De lunchmaaltijden waren afgestemd met een diëtiste en bevatten geen toevoegingen. De bv meende dat het verstrekken van gezonde maaltijden op de werkplek was aan te merken als een Arbovoorziening. Maar de Belastingdienst vond dat de bv het begrip Arbovoorziening te ruim nam. Het geschil belandde voor Rechtbank Den Haag.
Verplichting niet in de Arbowet
De rechtbank oordeelt dat een gezonde lunchmaaltijden geen voorziening is die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsomstandighedenbeleid op grond van de Arbowet. De lunchmaaltijden van de bv bevorderen wel de gezondheid van de werknemers in algemene zin. Maar een direct verband tussen maaltijd en een bijzonder risico van het werken voor de bv ontbreekt. De rechtbank vindt het niet gepast om (gezonde) maaltijden onder een gerichte vrijstelling te brengen. De bv wijst er nog op dat de bedrijfsarts en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) haar standpunt ondersteunden. Maar de rechtbank hecht daar geen waarde aan. Het uitleggen van fiscale wetgeving is immers geen bevoegdheid van de bedrijfsarts en evenmin van het Ministerie van SoZaWe.
Wet: art. 3, eerste lid, onderdeel b en 5, eerste lid Arbowet en art. 31a, tweede lid, onderdeel h Wet LB
Regeling: art. 8.4a URLB 2011
Bron: Rechtbank Den Haag 23 juni 2021 (gepubliceerd 7 juli 2021), ECLI:NL:RBDHA:2021:6986, AWB 20/307
Geef een reactie