De immateriële schadevergoeding die een ex-werkgever vanwege het verwaarlozen van zijn re-integratieverplichtingen moet betalen aan zijn ex-werknemer, is geen belast loon.
Een bedrijf ontslaat een van zijn werknemers vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Deze werknemer begint daarop een beroepsprocedure, waarbij hij een schadevergoeding vordert van zijn ex-werkgever. De rechter oordeelt dat de werkgever de re-integratieverplichtingen bij ziekte ernstig heeft veronachtzaamd. Het gaat hierbij om verwijtbaar handelen, zodat de werknemer recht heeft op een schadevergoeding. Uiteindelijk kent de rechter de werknemer een vergoeding toe van € 25.000 wegens verlies aan inkomen en € 25.000 als immateriële schadevergoeding. De totale toegekende vergoeding bedraagt dus € 50.000. De ex-werkgever gaat ervan uit dat de gehele vergoeding kwalificeert als fiscaal loon. Het bedrijf houdt daarom loonheffing in op het uit te betalen bedrag van € 50.000. Volgens de Belastingdienst is dat juist, maar ex-werknemer meent dat de inhouding onterecht is. Hij begint daarom een beroepsprocedure.
Oorzakelijk verband tussen vergoeding en baan is onvoldoende
Rechtbank Den Haag redeneert dat alles wat iemand geniet uit een (vroegere) dienstbetrekking, in principe fiscaal loon is. Ook vergoedingen en verstrekkingen in het kader van een dienstbetrekking behoren tot het loon. Maar de enkele omstandigheid dat een oorzakelijk verband bestaat tussen een voordeel enerzijds en de dienstbetrekking die de werknemer vervult anderzijds, betekent niet per definitie dat het voordeel is genoten uit de dienstbetrekking. Het bedrag van € 25.000 dat is toegekend wegens inkomensverlies is inderdaad loon. Maar de vergoeding van € 25.000 ter compensatie van leed als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van de voormalige werkgever is geen loon. Het verband tussen de vergoeding en de dienstbetrekking is daarvoor te zwak. Daarom is ten onrechte loonheffing over deze vergoeding ingehouden. De ex-werknemer heeft recht op teruggaaf van de ten onrechte ingehouden loonbelasting.
Wet: art. 27 AWR en art. 10 Wet LB
Bron: Rechtbank Den Haag 4 juni 2024 (gepubliceerd 18 juni 2024), ECLI:NL:RBDHA:2024:8791, AWB 23/4166
Geef een reactie