Ook al ziet een nabetaling van een werkloosheidsuitkeringen op verschillende jaren, de uitkering is toch belast in het jaar van ontvangst, aldus Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Een vrouw is van 9 september 2013 tot 19 oktober 2017 zorgverlener van haar moeder. De dochter verleent deze zorg op basis van een zorgovereenkomst. Daarvoor is een modelovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gebruikt. De vergoeding voor de zorg wordt betaald vanuit het persoonsgebonden budget (PGB) van de moeder. Hierbij verzorgt de SVB de loonadministratie. Er vindt geen inhouding van premies voor werknemersverzekeringen plaats. Op 19 oktober 2017 overlijdt de moeder. Daarop vraagt haar dochter een werkloosheidsuitkering aan bij het UWV. Het UWV wijst dit verzoek af, omdat de dochter niet in een verzekerde dienstbetrekking zou hebben gewerkt. De vrouw gaat in bezwaar en beroep. De rechter oordeelt op 20 mei 2021 dat de vrouw wel in een privaatrechtelijke dienstbetrekking tot haar moeder heeft gestaan. Hierdoor ontvangt de vrouw in 2020 een nabetaling van de werkloosheidsuitkering over de jaren 2017, 2018 en 2019.
Nabetaling telt als periodieke uitkering
Het gaat om een bedrag van € 57.477, waarop € 17.039 aan loonheffing wordt ingehouden. Voor de inkomstenbelasting wordt het gehele bedrag van € 57.477 tot het loon over 2020 gerekend. Het box 1-inkomen van de vrouw over dat jaar komt in totaal op € 70.971. De vrouw stelt echter dat de nabetaling ten onrechte in 2020 is betrokken. Zij heeft er namelijk alles aan gedaan om de uitkering in de jaren 2017 – 2019 te ontvangen. Rechtbank Zeeland West-Brabant oordeelt dat de nabetaling van de werkloosheidsuitkering een periodieke uitkering is die in 2020 is genoten. De uitkering is namelijk in dat jaar ontvangen. De rechtbank verklaart het beroep van de vrouw ongegrond en handhaaft de aanslag en belastingrentebeschikking.
Civiele rechter moet over schadevergoeding oordelen
Overigens heeft de vrouw ook verzocht om een schadevergoeding wegens de late uitbetaling van de werkloosheidsuitkering. Maar de rechtbank verklaart zich onbevoegd hierover te oordelen omdat het beroep ongegrond is. De vrouw kan zich eventueel tot de civiele rechter wenden voor een schadevergoeding.
Geef een reactie