• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Naheffen over onterechte reiskostenvergoeding voor meerijder

15 november 2022 door Remco Latour

auto met werknemer

Als een werkgever regelt dat sommige werknemers kunnen meerijden met hun collega’s, mag hij deze meerijders daarnaast geen onbelaste reiskostenvergoeding toekennen.

Onbelaste reiskostenvergoeding

Werknemers die in het kader van hun dienstbetrekking reiskosten maken, kunnen van hun werkgever onder voorwaarden en binnen bepaalde grenzen een gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding ontvangen. Hierbij telt woon-werkverkeer ook als reizen in het kader van de dienstbetrekking. De werkgever moet de reiskostenvergoeding wel aanwijzen als eindheffingsloon, wil de vergoeding onbelast zijn. Voor zover de reiskostenvergoeding het gericht vrijgestelde deel overtreft, moet de werkgever daar 80% eindheffing op toepassen. Voor wat betreft de reiskosten van werknemers onderscheidt de wet de volgende situaties:

  • Het vervoer vindt plaats per taxi, luchtvaartuig of er is sprake van ververvoer vanwege de inhoudingsplichtige.
  • De werknemer reist per openbaar vervoer zonder dat sprake is van vervoer vanwege de inhoudingsplichtige.
  • Overige situaties.

Vervoer per taxi of vluchtvaartuig

De kosten van zakelijk vervoer door werknemers per taxi of luchtvaartuig zijn onbelast te vergoeden regen de werkelijke waarde. Maar dit is niet het geval voor zover sprake is van vervoer vanwege de inhoudingsplichtige.

Vervoer vanwege de inhoudingsplichtige

Als de werkgever of een andere inhoudingsplichtige zelf het vervoer van de werknemers organiseert, is sprake van zogeheten vervoer vanwege de inhoudingsplicht. Daarbij valt te denken aan vervoer met een auto van de zaak, een personeelsbus of het organiseren van een carpool. Maar ook als de inhoudingsplichtige plaatsbewijzen voor het openbaar vervoer aanschaft en verstrekt aan de werknemers, is sprake van vervoer vanwege de inhoudingsplichtige. Maakt een werknemer gebruik van vervoer vanwege de werkgever? Dan kan hij daarnaast geen onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen. Een eventueel betaalde vergoeding is belast, maar desnoods aan te wijzen als eindheffingsloon.

Meerijder krijgt onbelaste reiskostenvergoeding

In een zaak voor Hof Den Haag hebben de werknemers van een vof bij diverse vestigingen van horeca en bij vakantieparken schoonmaakwerkzaamheden uitgevoerd. Daarbij gaat het om afwaswerkzaamheden bij een hotel en een partycentrum. De vof heeft in 2017 € 66.566 en in 2018 € 85.474 onbelast als reiskostenvergoeding aan haar werknemers uitbetaald. Uit de nachtelijke waarnemingen ter plaatste is echter gebleken dat de vof het meerijden van werknemers heeft geregeld. Daardoor mag de vof de meerijders geen onbelaste reiskostenvergoeding toekennen. De inspecteur merkt de aan de meerijders toegekende reiskostenvergoeding aan als loon. Hij legt de vof daarom naheffingsaanslagen loonheffingen op. De vof tekent beroep aan tegen deze aanslagen. Zij stelt dat de naheffingsaanslagen alleen zijn gebaseerd op informatie van ex-werknemers en werknemers van een ander bedrijf.

Reiskostenvergoeding meerijder is niet onderbouwd

Maar het hof stelt vast dat de controleambtenaren de bij derden verkregen informatie hebben gebruikt tijdens het boekenonderzoek ter beoordeling van de administratie van de vof. De naheffingsaanslagen zijn daarmee niet alleen gebaseerd op informatie van derden. Bovendien weet de vof de onbelaste reiskostenvergoeding niet te onderbouwen. Zij geeft bijvoorbeeld geen enkel concreet inzicht in de routes die de werknemers afleggen, de duur en de frequentie van het reispatroon. De vof maakt evenmin duidelijk of sprake is geweest van vervoer met eigen auto, al dan niet met meerijders, of dat sprake is van vervoer vanwege de werkgever. Bovendien zijn de verklaringen van de werknemers van de vof consequent. De correctie van de Belastingdienst blijft daarom grotendeels in stand.

Werknemer reist met openbaar vervoer

Reist de werknemer met het openbaar vervoer reist zonder dat sprake is van vervoer vanwege de inhoudingsplichtige? Dan mag de werkgever hem een reiskostenvergoeding toekennen van € 0,19 (€ 0,21 vanaf 1 januari 2023) per kilometer. De werkgever mag echter een hogere vergoeding toekennen als de werkelijke kosten hoger zijn dan € 0,19 en de vergoeding is vastgesteld op basis van de werkelijke kosten. Deze hogere vergoeding is maximaal gelijk aan de werkelijke kosten van het openbaar vervoer. Overigens komt de reiskostenvergoeding bij de werknemer in mindering op zijn eventuele reisaftrek in de inkomstenbelasting.

Overige situaties

Buiten de eerder behandelde uitzonderingen bedraagt de reiskostenvergoeding die een werkgever zijn werknemers mag vergoeden € 0,19 per kilometer. In 2023 zal dit bedrag stijgen naar € 0,21 per kilometer en per 1 januari 2024 naar € 0,22 per kilometer.

Vaste kostenvergoeding

Kent de werkgever zijn werknemer een vaste kostenvergoeding toe? Dan moet de berekening van deze kostenvergoeding gebaseerd zijn op een onderzoek naar de werkelijke kosten. Anders behoort de vaste kostenvergoeding gewoon tot het aangewezen eindheffingsloon. Dat betekent dat die kostenvergoeding beslag legt op de vrije ruimte. Een werkgever kan zijn werknemer een vaste onbelaste reiskostenvergoeding toekennen als die werknemer op jaarbasis doorgaans naar een of meer vaste arbeidsplaatsen reist. Een werknemer reist op jaarbasis doorgaans naar een vaste arbeidsplaats als hij de desbetreffende arbeidsplaats op jaarbasis vermoedelijk minimaal 70% x 52 weken = 36 weken zal bezoeken. Eindigt de dienstbetrekking gedurende het kalenderjaar? Dan mag men uitgaan van 70% van het aantal volle weken dat het dienstverband vermoedelijk duurt. Deze praktische regeling is naar evenredigheid toepasbaar voor een werknemer die in deeltijd werkt of een aantal dagen per week naar een vaste arbeidsplaats reist.

Hoogte vaste reiskostenvergoeding

De toegestane onbelaste vergoeding voor reiskosten op jaarbasis is in principe: 214 x factor b x € 0,19. De toegestane vaste onbelaste vergoeding per maand of per week is het bedrag op jaarbasis, gedeeld door respectievelijk 12 of 52. Bij deze berekening gaat de werkgever uit van 214 reguliere werkdagen. Dat aantal is na de vermindering met het gemiddeld aantal dagen in verband met kortstondige afwezigheid (vakantie, verlof en ziekte). Maakt de werkgever aannemelijk dat bij hem het aantal reguliere werkdagen minimaal 267,5 is? Dan mag hij uitgaan van dat hogere aantal. Daarnaast geldt als uitgangspunt een maximale totale reisafstand (heen en terug) van 150 kilometer per dag. Bij een langere reisafstand is nacalculatie verplicht.

Wet: art. 3.87, derde lid IB 2001 en art. 13a, zesde lid en 31a, tweede lid, onderdeel a en vijfde lid Wet LB

Besluit: par. 4.2 Besluit nr. 2022-192540

Bron: Gerechtshof Den Haag 27 juli 2022 (gepubliceerd 24 oktober 2022), ECLI:NL:GHDHA:2022:1905, BK-22/00001 en BK-22/00002

Filed Under: Arbeid & loon, Fiscaal nieuws, Nieuws, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Inlener terecht aansprakelijk voor btw en LB uitlener
Volgende artikel
Een bouwkavel kwalificeert niet als woning

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

schijnzelfstandigheid; opheffen handhaningsmoratorium

Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)

Minister Paul informeert de Tweede Kamer over de laatste stand van zaken van het beleid met betrekking tot zelfstandigen.

zorgverzekeringswet

Standpunt (semi-)collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over een (semi-)collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering.

bedrag ineens pensioen

V&A voorlopige bedragen AOW-franchises, AOW-bedragen artikel 10aa UBLB en maximum pensioengevend loon per 1 januari 2026

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen heeft V&A 25-008 gepubliceerd.  In dit V&A 25-008 zijn de voorlopige bedragen opgenomen van de voor 2026 geldende AOW-franchises, AOW-bedragen van artikel 10aa UBLB en het maximum pensioengevend loon. Voor alle bedragen geldt het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in of op basis van wet- en regelgeving. Het ministerie... lees verder

Wet DBA zzp

Extra aandacht voor overheidsorganisaties in 2026 van Belastingdienst

De Belastingdienst gaat in 2026 extra aandacht geven aan overheidsorganisaties: goed voorbeeld doet goed volgen. Dit is ook opgenomen in het handhavingsplan arbeidsrelaties 2026 dat binnenkort wordt gepubliceerd op de website van de Belastingdienst.

IVA-uitkering

Wetsvoorstel beperken compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid naar Tweede Kamer

Een wetsvoorstel om de compensatieregeling voor de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid te beperken tot kleine werkgevers is naar de Tweede Kamer gestuurd. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.​ Volgens het voorstel komen voortaan alleen kleine werkgevers, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking voor compensatie van... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Online cursus introductie participatieregelingen en lucratieve belangen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×