Kent een werkgever aan zijn werknemers reiskostenvergoedingen toe, zonder dat daarvoor enige onderbouwing is? Dan is sprake van verkapt loon waarvoor geen vrijstelling geldt.
Zo had in een zaak voor Rechtbank Den Haag een vof werknemers in dienst die zij schoonmaakwerkzaamheden liet verrichten bij diverse horecavestigingen en vakantieparken. De vof had in de jaren 2017 en 2018 aan haar werknemers in totaal € 66.566 respectievelijk € 85.474 onbelast uitbetaald. Deze onbelaste betaling was volgens de vof een reiskostenvergoeding. Maar in haar administratie bevonden zich geen declaraties van werknemers. De vof kon evenmin overzichten overleggen waaruit bleek hoe, per werknemer en per maand, het bedrag aan reiskostenvergoeding was vastgesteld. Daarnaast bleek in 2017 en 2018 € 61.456 respectievelijk € 63.110 te weinig aan cao-toeslag bijzondere uren te zijn verloond. Zowel de Belastingdienst als de rechtbank gaat daarom ervan uit dat de reiskostenvergoeding een compensatie is van (het recht op) de toeslag bijzondere uren. De rechtbank stond daarom toe dat de inspecteur de vof naheffingsaanslagen loonbelasting oplegde, al moest wel een vermindering plaatsvinden.
Geef een reactie