Een daggeldvergoeding die een Nederlandse werknemer ontvangt van een buitenlandse werkgever kan onder voorwaarden onbelast zijn. De werkgever moet dan wel van tevoren aangeven op welke onbelast te vergoeden kosten de daggeldvergoeding ziet.
Een man woonde in Nederland en was vanaf 28 september 2015 werkzaam als piloot bij een Ierse werkgever. De Ierse werkgever was niet inhoudingsplichtig voor de Nederlandse loonheffingen. De thuisbasis van de piloot was in 2015 een luchthaven in Duitsland. Op grond van zijn arbeidsovereenkomst ontving hij een daggeldvergoeding van € 4,60 per uur dat hij niet op de basis was. Over 2015 ontving de piloot € 2.772,24 aan daggeldvergoedingen. De Ierse werkgever nam dit bedrag niet op in de jaaropgave. De man gaf het bedrag evenmin op in zijn aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst meent echter dat de daggeldvergoeding is belast.
Gespecificeerde vergoeding
Rechtbank Den Haag stelt dat een deel van het loon van de piloot kan kwalificeren als onbelaste kostenvergoeding. Dat in deze zaak een Nederlandse inhoudingsplichtige ontbreekt, doet daar niets aan af. Wel moet de kostenvergoeding voldoen aan de voorwaarden voor de gerichte vrijstellingen. De werkgever moet daarom de onbelaste looncomponenten vooraf aanwijzen. In deze zaak heeft de werkgever dit gedaan. Uit de arbeidsovereenkomst leidt de rechtbank af dat de daggeldvergoeding ziet op eten, drinken en overnachtingen. De vergoeding is daarmee voldoende gespecificeerd om te kwalificeren als een aangewezen, onbelaste kostenvergoeding.
Wet: art. 3.84, tweede lid Wet IB 2001 en art. 31, eerste lid Wet LB 1964
Bron: Rechtbank Den Haag 2 april 2020 (gepubliceerd 27 april 2020), ECLI:NL:RBDHA:2020:3408, 19/4111
Geef een reactie