Als de werkgever een onbelaste schadevergoeding ten onrechte bruteert, behoort de brutering wel tot het belastbare loon.
Een man had gewerkt bij de politie. Door incidenten liep hij PTSS op. Zijn werkgever kende hem een schadevergoeding toe wegens verlies van arbeidsvermogen. Het ging om een bedrag van € 315.363 netto. Bij de uitkering daarvan heeft de werkgever die vergoeding gebruteerd tot € 710.277 en van dat bedrag € 394.914 afgedragen als loonheffing. Niet in geschil is dat de vergoeding van € 315.363 niet als loon is aan te merken. Hof Den Haag (NTFR 2021/1537) heeft het bedrag van € 394.914 wel als belastbaar loon aangemerkt. Dit bedrag is namelijk niet verstrekt om het verlies aan arbeidskracht te vergoeden. Het bedrag is verstrekt om de man in staat te stellen de belasting te voldoen over de vergoeding wegens het verlies aan arbeidskracht.
Oorzaak in dienstbetrekking
De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Uit de feiten kan niet anders worden afgeleid dan dat de werkgever vanwege de tussen haar en de man bestaande dienstbetrekking het bedrag van € 394.914 heeft betaald als vergoeding van belastingschade. De werkgever heeft namelijk ten onrechte aangenomen dat over de door haar betaalde vergoeding van immateriële schade loonbelasting was verschuldigd. Daaruit volgt dat de betaling van dit bedrag, hoewel onverschuldigd, haar grond vindt in de dienstbetrekking.
Wet: art. 3.81 Wet IB 2001 en art. 10 Wet LB
Bron: Hoge Raad 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:348, 21/01599
Geef een reactie