Een werknemer die naar Nederland emigreert voor andere redenen dan het vinden van een dienstbetrekking in Nederland, kan nog steeds een ingekomen werknemer zijn.
Een Oekraïense man is in maart 2022 met zijn gezin naar Nederland gevlucht vanwege de oorlog in Oekraïne. Van april tot augustus 2022 heeft hij gewerkt op een schip dat onder Liberiaanse vlag voer in internationale wateren. Op 1 september 2022 is hij een arbeidsovereenkomst aangegaan voor twaalf maanden. De man verzoek op 19 oktober 2022 om toepassing van de 30%-regeling. Maar de Belastingdienst wijst dit verzoek af. De inspecteur stelt namelijk dat de werknemer niet als ingekomen werknemer kwalificeert omdat hij niet voor werk naar Nederland was gekomen. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het motief van de verhuizing naar Nederland niet van belang is voor de 30%-regeling. Bovendien oordeelt de rechtbank dat de werknemer op 1 september 2022 geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had. Hij woonde voor wat betreft de 30%-regeling niet in Nederland en kwalificeert daarmee als ingekomen werknemer. Daarom is de 30%-regeling toe te passen.
Wet: art. 31a, tweede lid, onderdeel e en achtste lid Wet LB
Geef een reactie