Het komt voor dat een vergoeding voor psychische schade als gevolg van de beëindiging van een dienstbetrekking is overeengekomen na het einde van de dienstbetrekking. Ook dan is de vergoeding in beginsel toch belast loon.
Een vrouw was tot 31 augustus 2015 in dienstbetrekking respectievelijk op uitzendbasis werkzaam voor een werkgever en een opdrachtgever. Haar dienstbetrekking eindigde van rechtswege. De vrouw vond dat zij rondom de beëindiging van de dienstbetrekking onheus was behandeld. Zij zou daardoor schade hebben geleden. De vrouw voerde daarom beroepsprocedures tegen haar voormalige werkgever en opdrachtgever. Uiteindelijk sloten de partijen op 8 februari een vaststellingsovereenkomst (VSO). In de VSO was onder andere geregeld dat de vrouw een schadevergoeding ontving van € 30.000 bruto. Volgens de vrouw was deze vergoeding onbelast. Maar de Belastingdienst rekende de vergoeding tot het belaste loon.
Verband tussen vergoeding en dienstbetrekking
De vrouw probeert voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant haar gelijk te halen. Zij kan echter niet veel meer dan de VSO overleggen. Volgens de VSO betalen de werkgever en de opdrachtgever de schadevergoeding om een geschil te beëindigen. Dit geschil betreft de behandeling van de vrouw bij de beëindiging van haar dienstbetrekking. Tussen de vergoeding en de dienstbetrekking bestaat dus een verband. De rechtbank haalt niet uit de VSO dat het hier gaat om een immateriële schadevergoeding wegens zwangerschapsdiscriminatie zoals de vrouw stelt. Evenmin is van belang dat de vrouw de vergoeding heeft ontvangen nadat haar dienstbetrekking is geëindigd. De Belastingdienst heeft de vergoeding terecht tot het loon gerekend.
Geef een reactie