De Hoge Raad bevestigt dat een verlies op certificaten op aandelen in de werkgever geen negatief loon vormt als de werknemer de certificaten heeft verkregen tegen de waarde in het economische verkeer.
Een vrouw is in loondienst werkzaam bij een bv. Zij koopt in de jaren 2006 tot en met 2014 voor € 241.547 aan certificaten van aandelen in de moedermaatschappij van de groep waartoe ook haar werkgever behoort. De koopsom daarvoor is gelijk aan de waarde in het economische verkeer. In december 2016 komen de aandeelhouders van de moedermaatschappij overeen om alle aandelen in de moedermaatschappij te verkopen. De aandelen zijn op 12 januari 2017 overgedragen aan de koper. De vrouw heeft door deze verkoop € 95.397 ontvangen voor haar certificaten, waardoor zij per saldo een verlies heeft geleden van afgerond € 146.150. Zij meent dat dit verlies een vorm van negatief loon is, maar de inspecteur stelt dat de certificaten in box 3 vallen.
Verlies staat los van dienstbetrekking
Het geschil belandt voor hof Den Haag. Volgens dit hof is van belang dat de vrouw de certificaten heeft gekocht tegen de waarde in het economische verkeer. Daardoor ontbreekt namelijk een causaal verband met de dienstbetrekking, zodat de certificaten in 2016 en 2017 tot het box 3-vermogen behoren. Verder heeft het hof geoordeeld dat het verlies bij de verkoop in 2017, niet als negatief loon in aanmerking valt te nemen. Dit verlies hangt immers niet rechtstreeks samen met de dienstbetrekking, maar vloeit voort uit de waardedaling van de certificaten. Zie ook ‘Verlies op aandelen werkgever geen negatief loon‘.
Verkoopprijs vormt basis voor waardebepaling
Wat betreft het box 3-inkomen heeft het hof geoordeeld dat voor de waardebepaling van de certificaten op 1 januari 2017 men mag uitgaan van de prijs die in december 2016 was overeengekomen in het kader van de verkoop van de aandelen. Voorts heeft het hof geoordeeld dat het box 3-inkomen beperkt is tot de daadwerkelijk genoten rente op bankrekeningen. Zowel de vrouw als de fiscus gaan in cassatie. Maar de Hoge Raad onderschrijft alle oordelen van het hof.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001 en art. 10 Wet LB
Bron: Hoge Raad 2 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1083, 23/04181
Online cursus Lucratieve belangen en participatieregelingen
Onderwerpen
- Algemene introductie lucratief belang
- Werknemersparticipaties en raakvlakken met lucratieve belangen
- Internationale heffingsaspecten
- Planningsmogelijkheden en aandachtspunten
Geef een reactie