Autohandelaren moeten echt ervoor zorgen dat zij hun klant voorzien van het juiste kentekenbewijs als deze klant een proefrit maakt met een auto. Zij kunnen een boete verwachten als zij dit vergeten.
Het overkwam een autohandelaar in een zaak voor Rechtbank Gelderland. Deze autohandelaar maakte gebruik van de handelaarsregeling. Toen hij een klant een proefrit liet maken met een auto die was voorzien van het handelaarskenteken, hield de Belastingdienst een controle. De klant kon niet het kentekenbewijs tonen dat hoorde bij het handelaarskenteken. De inspecteur legde de autohandelaar daarom een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op. Bovendien legde hij de handelaar een boete op van 100% van de naheffingsaanslag à € 421. Later is de fiscus bereid de boete te verminderen tot € 100. Dat is nog veel vergeleken met de boete voor particulieren van € 45. Maar de rechtbank acht een verdere verlaging van de boete niet nodig, omdat de boete conform de regels is opgelegd. Dat sprake is van een eenmalige vergissing doet daar niets aan af.
Wet: art. 69, eerste en tweede lid Wet MRB 1994 en art. 37 derde en zevende lid WVW 1994
Regeling: art. 2, derde lid RHKb
Geef een reactie