Hoewel voor personenauto’s die men gebruikt voor betaald taxivervoer een vrijstelling van motorrijtuigenbelasting geldt, is dat in principe niet het geval voor vrijwillig personenvervoer.
Afwijkende tarief bestelauto ondernemers
Als een onderneming in het kader van zijn bedrijf een of meer auto’s gebruikt, krijgt hij misschien te maken met andere tarieven motorrijtuigenbelastingen (MRB) dan particulieren. Om te beginnen is het tarief voor bestelauto’s lager als een ondernemer ze gebruikt voor zijn bedrijf. Tenminste, als de bestelauto een gewicht heeft van 900 kg of meer, maar dat is wel gebruikelijk. Een particulier moet bijvoorbeeld in beginsel € 341 per tijdvak betalen voor een bestelauto van 3.000 kg, een ondernemer slechts € 178,75. Hierbij zijn brandstof- en fijnstoftoeslagen nog buiten beschouwing gelaten.
Vrachtauto’s
Sommige voertuigen worden praktisch alleen door bedrijven gebruikt en niet door particulieren. Bijvoorbeeld vrachtauto’s, waarvoor afzonderlijke tarieven gelden in de motorrijtuigenbelasting. Het tarief is afhankelijk van onder meer de aanwezigheid van een koppelinrichting, luchtvering, aantal assen en natuurlijk het gewicht.
Autobussen en rijdende winkels
Ook autobussen hebben hun eigen tarief. Een autobus die is bestemd voor openbaar vervoer en op LPG of aardgas rijdt, is echter vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. Daarnaast geldt een afzonderlijke regeling voor de zogeheten rijdende winkels geldt. Rijdende winkels komen echter tegenwoordig nog maar zelden voor.
Kwarttarief
Ondernemers hoeven maar een kwart van het desbetreffende tarief voor een personen-, bestel- of een vrachtauto te betalen als zij beschikken over een kenteken waaruit blijkt dat:
- hij een kermis- of circusexploitant is en het voertuig gebruikt voor het vervoer van kermis- of circusbenodigdheden; of
- het voertuig is ingericht als werktuig of als werkplaats.
Vrijstellingen
Voor motorrijtuigen die door hun inrichting speciaal zijn ingericht voor bepaalde vormen van gebruik en qua uiterlijk ook als zodanig herkenbaar zijn, geldt een vrijstelling van MRB. Daarbij valt te denken aan (dieren)ambulances, lijkwagens, politieauto’s, brandweerwagens, vuilniswagens en dergelijke. Voor ondernemers is meer van belang dat voor en auto’s die minstens veertig jaar geleden voor het eerst zijn gebruikt eveneens een vrijstelling geldt. De vrijstelling voor oude auto’s geldt echter niet voor bedrijfsmatig gebruikte vrachtauto’s en autobussen.
Taxi’s zijn niet gratis
Verder geldt nog een vrijstelling van MRB voor auto’s die als personenvervoer in een taxibedrijf dienen. Daarbij is van belang dat de kentekenhouder voor de btw als ondernemer kwalificeert. Zo meende een organisatie in een zaak voor Hof Amsterdam recht te hebben op de vrijstelling voor taxi’s. Het hof oordeelde echter dat de organisatie geen btw-ondernemer was. Zij vervoerde namelijk gratis gehandicapten. Daardoor nam zij niet deel aan het economische verkeer en was zij geen btw-ondernemer. Hierdoor stond de MRB-vrijstelling niet voor haar open.
Wet: art. 23, 24, 24b, 25a, 25b, 25c, 30 en 72 Wet MRB 1994
Bron: Gerechtshof Amsterdam 31 maart 2020 (gepubliceerd 8 april 2020), ECLI:NL:GHAMS:2020:988, 18/00550
Geef een reactie