Ontvangt een kentekenhouder vervalste voertuigdocumenten in het Duits, terwijl hij die taal niet kent? Dan is geen sprake van opzet als hij deze voertuigdocumenten naar de Belastingdienst stuurt.
Een autohandelaar heeft in de periode van 4 mei 2016 tot en met 24 november 2017 in totaal 71 verzoeken ingediend om teruggaaf van BPM. Deze verzoeken houden verband met auto’s waarvan de registratie in het Nederlandse kentekenregister wordt beëindigd. Volgens de teruggaafverzoeken zijn de auto’s geëxporteerd naar Duitsland. De autohandelaar heeft bij de teruggaafverzoeken vervalste Duitstalige voertuigdocumenten ingediend. Diverse voertuigdocumenten vermelden onjuiste data van afgifte en dag- en jaarnummers en/of onjuiste of niet-bestaande Duitse districtscodes. Daarnaast is op alle voertuigdocumenten in het Duits vermeld dat het kenteken is geannuleerd. In eerste instantie willigt de Belastingdienst de teruggaafverzoeken in en geeft teruggaafbeschikkingen af. Later ontdekt de fiscus via een onderzoek dat bij de teruggaafverzoeken vervalste Duitse voertuigdocumenten zijn ingediend. Daardoor is ten onrechte een teruggaaf BPM verleend. De inspecteur legt de autohandelaar daarop een naheffingsaanslag en een vergrijpboete op. De autohandelaar start vervolgens een beroepsprocedure tegen de vergrijpboete.
Vernietiging van vergrijpboete
De inspecteur stelt dat sprake is van opzet. De autohandelaar geeft toe dat hij uit Duitsland vervalste voertuigdocumenten heeft gekregen. Ook bevestigt hij deze documenten in het kader van de teruggaafverzoeken te hebben ingediend bij de Belastingdienst. Maar hij stelt ook dat hij de authenticiteit van de voertuigdocumenten maar zeer beperkt heeft kunnen controleren. Dit komt mede doordat hij de Duitse taal niet machtig is. De rechtbank vindt het daardoor niet aannemelijk dat de onjuistheden in de Duitstalige voertuigdocumenten voor de autohandelaar herkenbaar waren. Op zich mag men van een internationale autohandel van zekere omvang, verwachten dat deze ontvangen voertuigdocumenten met de nodige zorgvuldigheid en nauwgezetheid op echtheid beoordeelt. Deze norm gaat echter niet zo ver dat de autohandelaar door de voertuigdocumenten niet te laten controleren opzettelijk het risico heeft genomen dat ten onrechte teruggaaf van rest-BPM is verleend. Omdat geen sprake is van opzet, vernietigt de rechtbank de vergrijpboete.
Wet: art. 67f AWR
Bron: rechtbank Gelderland 4 maart 2024 (gepubliceerd 6 maart 2024) ECLI:NL:RBGEL:2024:1109, ARN 22/3596
Geef een reactie