Hof Den Bosch verwerpt de zogeheten herleidingsmethode voor de berekening van de BPM.
In verband met de BPM-aangifte van 51 auto’s stelde een bv dat zij de herleidingsmethode mocht toepassen. Maar het hof oordeelt dat deze methode in strijd is met het wettelijke systeem. Onder dit systeem berekent men de waardedaling voor de BPM voor een in te voeren gebruikte auto met behulp van de handelsinkoopwaarde van referentieauto’s. De (herrekende) bruto BPM van referentieauto’s speelt in deze berekening geen enkele rol. Verder wil de bv dat de BPM van de auto waarvoor de kentekenlijst is ingediend, op het laagste bedrag wordt bepaald. Alleen zo valt uit te sluiten dat op uit andere lidstaten ingevoerde de auto’s meer BPM drukt dan op de soortgelijke auto’s die op die lijst staan, aldus de bv. Maar het hof merkt op dat de in het kentekenregister genoteerde bruto BPM niet altijd de daadwerkelijk betaalde BPM is. Bij ingevoerde oudere auto’s is het een rekenkundig herleid bedrag.
Geen gebruik Scandinavische methode
De bv betoogt ook dat zij voor een van de auto’s de Scandinavische methode mag gebruiken om de CO2-uitstoot te meten. Volgens de bv geldt het buitenlandse kentekenbewijs niet als bron voor de vaststelling van de CO2-uitstoot van de auto. Het hof verwerpt ook dit standpunt. Voor deze auto staat in het kentekenregister een CO2-uitstoot van 360 gram/km geregistreerd. Dit getal is opgenomen in een certificaat van overeenstemming, dat voor de auto is afgegeven. Onder die omstandigheden hoeft de fiscus het gebruik van de Scandinavische methode niet toe te staan.
Regeling: art. 6a en 8, vierde lid, onderdeel a Uitv.reg. BPM
Online cursus Fiscale aspecten auto van de zaak
Mr. Heleen Elbert behandelt de belangrijkste fiscale aspecten van de auto van de zaak. Uiteraard komen daarbij de Autobrief en de meest recente ontwikkelingen in de jurisprudentie uitgebreid aan bod.
Geef een reactie