In tegenstelling tot de rechtbank oordeelt Hof Den Haag dat de fiscus een beroep op de hardheidsclausule mocht afwijzen bij de overname van een auto van de zaak. Aangezien deze overname voortvloeide uit het overlijden van een echtgenote en collega, gaat het hier wel om een schrijnend geval.
De zaak betrof een man die de auto (een Hyundai i30) van de zaak van zijn vrouw na haar overlijden had overgenomen. Daarvoor had zijn werkgever, die tevens de werkgever van de overleden vrouw was, hem een Volkswagen Up ter beschikking gesteld. De werkgever had de bijtelling vanwege het privégebruik van de Hyundai alleen toegepast vanaf augustus 2019. Dat was namelijk de periode na de overname van de auto. Volgens de wet moest de werkgever echter heel het jaar de bijtelling toepassen op het loon van de man. Maar Rechtbank Den Haag honoreerde het beroep van de man op de hardheidsclausule. Zie ook: ‘Geen dubbele bijtelling na overnemen auto overleden partner’. Nadat de rechtbank de naheffingsaanslag loonbelasting had vernietigd, ging de inspecteur in hoger beroep. Daarbij stelde hij onder meer dat beide echtgenoten tot het overlijden van de vrouw op 25 juli 2019 konden beschikken over de Volkswagen.
Privégebruik Volkswagen
Het hof gaat ervan uit dat de Volkswagen Up van 1 januari 2019 tot en met 25 juli 2019 in gelijke verhouding aan beide echtgenoten ter beschikking is gesteld. Deze periode telt voor de man als 50% van 206 dagen = 103 dagen. De periode van 26 juli 2019 tot en met 31 juli 2019 (6 dagen) dient men geheel aan de man toe te rekenen. Daarom stelt het hof de bijtelling vanwege het privégebruik van de Volkswagen op (103 + 6) / (206 + 6) = 51,42% (afgerond) van het autokostenforfait. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst de bijtelling op een te hoog bedrag heeft berekend. Toch is het beroep van de inspecteur gegrond, omdat de rechtbank het beroep op de hardheidsclausule had moeten afwijzen.
Afweging kon zorgvuldiger
Wel merkt het hof op dat de staatssecretaris van Financiën deze schrijnende situatie had kunnen voorkomen door zorgvuldiger te beslissen op het beroep op de hardheidsclausule. Het hof geeft hem daarom in overweging het beroep van de man op de hardheidsclausule opnieuw te beoordelen.
Wet: art. 13bis Wet LB
Bron: Gerechtshof Den Haag 13 januari 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:9, BK-21/00360
Geef een reactie