Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat in gevallen waarin de BPM afhankelijk is van de handelsinkoopwaarde, de waarde uit een marktonderzoek bruikbaar kan zijn.
Een man had op 21 februari 2019 in Duitsland een Audi A5 Sportback 2.0 TFSI MHEV Pro Line gekocht. Deze auto was op het moment van aankoop beschadigd. Een taxateur had de auto op 23 februari 2019 in beschadigde staat getaxeerd tegen € 3.000. De handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat bedroeg € 37.794. Dat bedrag was vastgesteld aan de hand van een koerslijst. Maar de auto was tijdens het doen van aangifte BPM in verband met de registratie in het kentekenregister volledig hersteld. De inspecteur liet een hertaxatie verrichten door een taxateur bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ). De DRZ-taxateur bepaalde de handelsinkoopwaarde aan de hand van een marktonderzoek op € 31.667. Hij nam geen waardevermindering vanwege schade in aanmerking omdat de auto volledig was hersteld. Uiteindelijk liet de inspecteur de taxaties van beide taxateurs buiten beschouwing en stelde de handelsinkoopwaarde aan de hand van een koerslijst vast op € 36.931.
Geen waardevermindering omdat schade al was hersteld
De man ging in beroep tegen de berekening van de BPM door de fiscus en de daaruit voortvloeiende naheffingsaanslag BPM. De rechtbank stelt dat een koerslijst, die immers is gebaseerd op vele transacties in de markt, doorgaans een goede indicatie geeft van de waarde van vergelijkbare auto’s. Maar een marktonderzoek kan in beginsel ook leiden tot een juiste vaststelling van de handelsinkoopwaarde. In deze situatie mag men ook uitgaan van deze waarde. De inspecteur had de DRZ-taxatie daarom niet zomaar terzijde mogen schuiven. Dat deze taxatie het meest gunstig was voor de man, doet daar niets aan af. De rechtbank stelt daarom de handelsinkoopwaarde vast op € 31.667. Dat is voldoende om het beroepschrift van de man gegrond te verklaren. De rechtbank is het echter eens met de DRZ-taxateur dat geen verdere vermindering vanwege schade nodig is.
Geef een reactie