De 30%-regeling voor ingekomen werknemers zal per 1 januari 2024 worden beperkt tot de zogenoemde Balkenende-norm. Mr. Jan-Bertram Rietveld vraagt zich af of dat nu een goede keuze is in deze tijd waarin het lastig is om goede mensen te vinden.
Ergens halverwege de jaren negentig was een goede periode voor een Amsterdamse voetbalclub. Grote prijzen, dus veel prijzengeld, dus veel geld om goede spelers aan te trekken. Zo kon men zich een aanval met een Fin met overzicht en een Nigeriaan met scorend vermogen permitteren. Twee vanuit het buitenland aangetrokken werknemers, die een talent meebrengen dat in Nederland schaars was en is.
Werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen om te werken, maken daarvoor extra kosten. Als deze werknemers een in Nederland moeilijk te vinden talent meebrengen, dan willen wij deze werknemer graag tegemoet komen. Deze werknemer mag zijn extra kosten onbelast vergoed krijgen van de werkgever.
Geen gedoe met bonnetjes
In de loonheffingen houden wij niet van gedoe met bonnetjes. Veel administratie voor de werkgever en dus ook veel te controleren door de Belastingdienst als zij op bezoek komen. In de loonheffingen zijn wij praktisch en kennen wij veel forfaits. Een vast bedrag: een inschatting van de gemiddelde kosten, het kan iets meer zijn, het kan iets minder zijn, maar die grofheid nemen we voor lief als we dit afzetten tegen de administratieve besparing. Een forfait dus, ook voor de buitenlandse talenten die de Nederlandse economie komen versterken. Toen de aanvallende Fin en Nigeriaan kwamen was dit 35% van het salaris. Maar toen was het toptarief -dat op hen vast van toepassing was- nog 60%. Inmiddels is het forfait 30% en is het toptarief 49,5%.
30% van het fiscale loon van de werknemer. Ongeacht de hoogte van het loon. Wel zo praktisch. En ik leg hierboven uit dat het een kostenvergoeding is, maar in praktijk wordt het ook wel eens ervaren als een stimulans voor buitenlandse talenten om in Nederland te komen werken. En we weten allemaal dat dit meeweegt voor talent die letterlijk de wereld aan zijn voeten heeft; waar zal ik gaan opereren, programmeren of voetballen?
Als je het strikt als kostenvergoeding benadert is 30% van het inkomen van een grootverdiener -schaarse talenten zijn niet altijd goedkoop- ruim als je het afzet tegen de werkelijke kosten. Kennelijk is dat het klimaat in Den Haag, want het Belastingplan kent een voorstel waarin de mogelijkheid om onbelast deze kosten te geven wordt afgetopt. Op de norm uit de Wet normering topinkomen, of zo u wilt de Balkenende-norm. Die is dit jaar 216.000, volgend jaar waarschijnlijk € 223.000. Deze is voor 2024 nog niet bekend, maar wel relevant: dat is het jaar waarin deze aftopping ingaat. Dan is het sommetje snel gemaakt: bij de huidige WNT norm is de vergoeding dus maximaal € 64.800. Daar kan je veel kosten mee betalen.
Ongelukkig moment
Als je het benadert als een combinatie van kostenvergoeding en motivatie om je talent in Nederland in te zetten is deze aftopping ongelukkig. Nederland wordt duurder. Best ongelukkig in een tijd waarin het lastig is om goede mensen te vinden. Laten we het dan niet ongunstiger maken voor de héél goede.
Waarom die start met die voetballers uit de hoofdstad? Ik heb het digitaal niet meer kunnen vinden, maar in mijn geheugen is een interview met twee broers van dezelfde club gebrand, die het hoogst onrechtvaardig vonden dat zij over het volle pond moesten betalen, terwijl collega’s belastingkorting kregen. De uitleg is simpel: die collega’s hebben extra kosten. Cruijff heeft ooit een belastingvrijstelling voor schenken aan goede doelen voor elkaar gekregen. Maar een vrijstelling voor talent dat in Nederland blijft is de broers niet gelukt. Het verschil wordt met de voorgestelde wijziging iets kleiner, maar dat gaat de competitie niet ten goede komen……
Mr. Jan-Bertram Rietveld is loonbelastingspecialist bij EY. Hij is tevens een van de docenten van de Masterclass wegwijs in de loonbelasting en werkkostenregeling.
Geef een reactie