De verwachting is dat het Pakket Belastingplan 2025 een paar reparatiemaatregelen bevat met betrekking tot vastgoed en vastgoedlichamen.
Het kabinet Rutte IV heeft al aangegeven bepaalde constructies met betrekking tot vastgoed of vastgoedlichamen te willen bestrijden. Waarschijnlijk zullen enkele van deze maatregelen belanden in het pakket Belastingplan 2025. In verband met een aanscherping van de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting heeft al een conceptwetsvoorstel ter consultatie gelegen. Voor de volledigheid komt deze voorgestelde maatregel hier ook aan bod.
Antifragmentatiemaatregel in earningsstrippingmaatregel
De vennootschapsbelasting kent een generieke renteaftrekbeperking die ook bekend als de earningsstrippingmaatregel. Deze maatregel beperkt de per saldo aftrekbare rente tot 20% (percentage 2024) van de gecorrigeerde winst. Dit percentage van de winst wordt vervangen door een vast bedrag van € 1 miljoen als dat leidt tot een hogere renteaftrek. Lichamen zouden dit vaste maximum renteaftrek kunnen optimaliseren door hun activiteiten op te splitsen en onder verschillende andere lichamen te brengen. De wetgever wil zo’n fiscaal gemotiveerde fragmentatie van activiteiten bestrijden met een maatregel die betrekking heeft op vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed.
Nieuwe btw-aftrekherziening korte verhuur
Het komt in de praktijk voor dat btw-ondernemers een belastingbesparende structuur met kortdurende verhuur inzetten om ongewenste en oneigenlijke aftrek van btw te realiseren. Zij doen bijvoorbeeld soms aan kortdurende (en daarmee btw-belaste) verhuur van woningen na een (grote) verbouwing. Daardoor kunnen zij de btw op de verbouwingskosten aftrekken. Vervolgens gaan de ondernemers over op (btw-vrijgestelde) verhuur van de woningen. Omdat geen herziening van de aftrek plaatsvindt, drukt er (onbedoeld) geen btw op de verbouwingsdienst. Om dit tegen te gaan, zal het Belastingplan 2025 naar verwachting een aftrekherziening op bepaalde onroerende investeringsdiensten bevatten. Daardoor zal per 1 januari 2026 een uitbreiding van de bestaande btw-herzieningsregeling plaatsvinden naar diensten aan onroerende zaken van tenminste € 30.000, zoals verbouwingen en onderhoud. Ondernemers moeten dan vijf jaar lang bijhouden of zij de initiële btw-aftrek op dergelijke diensten moeten corrigeren.
< Tip: Webinar Belastingplan 2025
Uitsluiting opstallen van kavelruilvrijstelling
Een van de vrijstellingen met betrekking tot de overdrachtsbelasting is de zogeheten kavelruilvrijstelling. Momenteel kan deze vrijstelling ook zien op opstallen. Het Belastingplan 2025 zal naar verwachting een voorstel bevatten om opstallen uit te sluiten van de kavelruilvrijstelling. Een uitzondering zal gelden voor opstallen die men bedrijfsmatig agrarisch gebruikt. Voor zulke opstallen zal wel een voortzettingseis gaan gelden.
Aanscherping splitsingsvrijstelling in overdrachtsbelasting
Strikt genomen zou de verkrijging van een onroerende zaak als gevolg van een juridische splitsing een belaste verkrijging voor de overdrachtsbelasting zijn. De wet kent echter voor deze situatie een vrijstelling. Kabinet Rutte IV heeft gesteld dat de wetgever niet heeft beoogd dat de vrijstelling ook geldt bij een herstructurering die is bedoeld om vastgoed zonder heffing van overdrachtsbelasting aan derden te kunnen verkopen Die situatie komt volgens dat kabinet echter wel voor. Om dat te voorkomen, is voorgesteld de splitsingsvrijstelling te verscherpen. Dat moet gebeuren door het toevoegen van de volgende eisen:
- De verkrijgende rechtspersoon moet (een zelfstandig deel van) een onderneming verkrijgen.
- De verkrijgende rechtspersoon moet de verkregen onderneming drie jaar voortzetten.
- De verkrijgers van de bij die splitsing toegekende aandelen houden een soortgelijk belang houden in de verkrijgende rechtspersoon als de aandeelhouders van de splitsende rechtspersoon hadden in de splitsende rechtspersoon op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de splitsing. Een soortgelijk belang is een zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht gelijkwaardig belang in de verkrijgende rechtspersoon als het door de (aandeelhouders in de) splitsende rechtspersoon afgestane belang bij het (af)gesplitste vermogen.
- De (aandeelhouder van de) gesplitste rechtspersoon moet het bij de splitsing verkregen soortgelijke belang minimaal drie jaren aanhouden.
- Tussen de rechtspersonen die betrokken zijn bij de splitsing bestaat een duurzame relatie.
- Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel l WBRV en art. 15b Wet Vpb 1969
- Besluit: art. 5c Uitv besl RV
- Beschikking: art. 13 Uitv.besch. OB
Bronnen: Ministerie van Financiën, internetconsultatie Btw-herziening diensten aan onroerende zaken, 5 maart 2024, Ministerie van Financiën, Voorjaarsnota 203, 28 april 2023, kenmerk 2023-0000100407, en Ministerie van Financiën 16 april 2024, nr. 2024-0000172665
Prinsjesdagspecial Belastingplan 2025
Voor het 15e jaar op een rij stelt de vakredactie van Sdu een Prinsjesdagspecial samen op basis van het Belastingplan en overige fiscale maatregelen. De belangrijkste wijzigingen vatten zij op een duidelijke en toegankelijke manier samen, in de taal van jouw klant. Zo heb je een compleet overzicht in handen dat je kunt personaliseren en inzetten voor relatiemarketing. Met dit document heb je de perfecte basis in handen.
Pre-order nú en ontvang de special nog op de avond van Prinsjesdag in je inbox!
Meer verwachte wijzigingen
Geef een reactie