Staatssecretaris Snel stuurt de Eerste Kamer de nota’s naar aanleiding van het verslag wetsvoorstellen pakket BP 2020 en ATAD2. Hij reageert onder andere op het voorstel om de toezegging te doen dat, mocht een procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de box 3-heffing tot succes leiden voor de betreffende belastingplichtige, de uitkomst van die procedure ook zal gelden voor anderen, zonder dat deze anderen zelf de weg naar het EHRM hoeven te volgen.
Er worden door de Bond voor Belastingbetalers in vervolg op de massaalbezwaarprocedures waarin de Hoge Raad op 14 juni 2019 een arrest heeft gewezen namens een aantal betrokken belastingplichtigen individuele procedures gevoerd bij het EHRM inzake schending van artikel 1 EP EVRM als gevolg van de box 3-heffing in de jaren 2013 en 2014. Een uitspraak van het EHRM is bindend voor de staat ten aanzien van het voorgelegde geval. Een bestuursorgaan of rechter zal in vergelijkbare openstaande en nieuwe zaken bij het nemen van een beslissing rekening moeten houden met de uitspraak van het EHRM. De Hoge Raad heeft in zijn arresten niet geoordeeld dat sprake is van een schending van artikel 1 EP EVRM voor de jaren 2013 en 2014. De belastingplichtigen die tot aan de Hoge Raad hebben geprocedeerd hebben nu de mogelijkheid om de rechtsvraag of in de jaren 2013 en 2014 op regelniveau sprake is van schending van artikel 1 EP EVRM met betrekking tot de box 3-heffing aan het EHRM voor te leggen. De overige belastingplichtigen die onder de massaalbezwaarprocedure vallen en de klachtenprocedure bij het EHRM willen doorlopen, zouden daartoe (uiteindelijk) ieder ook een individueel verzoekschrift bij het EHRM moeten indienen.
Toezegging
Dit vindt Snel ongewenst. Daarom zegt hij toe dat indien het EHRM in deze procedures over de jaren 2013 en 2014 op regelniveau een schending van artikel 1 EP EVRM vaststelt en in die procedures een financiële genoegdoening voor de jaren 2013 en 2014 toekent aan de indieners van de klacht, deze overeenkomstig wordt toegekend aan de belastingplichtigen die onder de massaalbezwaarprocedure uit de aanwijzing vallen, ervan uitgaande dat het EHRM voor hen eveneens een dergelijke schending zou hebben vastgesteld en aan hen een financiële genoegdoening zou hebben toegekend.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 6 december 2019
Geef een reactie