In Den Haag is men druk bezig met het redigeren van de nieuwe verhoogde schenkings-vrijstelling, maar ondertussen moeten de stofdampen van de vorige regeling nog neerdalen.
U weet het vast nog wel: in 2014 mocht een ouder belastingvrij € 100.000 aan zijn kind schenken, mits – kort gezegd – de schenking besteed werd aan aankoop van een woning of aflossing van de hypotheek. Om deze ‘crisismaatregel’ een zo groot mogelijke impact te geven, werden de ouder/kind- relatie en de maximumleeftijd (40) al snel losgelaten. En als klap op de vuurpijl ging de regeling al in op 1 oktober 2013 i.p.v. 1 januari 2014. En juist deze laatste geste – hoe sympathiek bedoeld ook – heeft veel belastingplichtigen teleurgesteld en in verwarring achtergelaten. Veel mensen verkeerden namelijk in de veronderstelling dat zij een deel in 2013 én een deel in 2014 mochten schenken. De belastingdienst is het daar niet mee eens en de rechtbanken tot nu toe ook niet (zie bijv.: Dubbel beroep op 33a SW niet gered door onduidelijke toelichting).
Fatale kalenderjaareis
Vrij gedecideerd verwijzen belastingdienst en rechtbanken naar het feit dat art. 33a SW begint met de zin 'Voor één kalenderjaar ….'. Daarmee concluderend dat er sprake zou zijn van een ‘fatale kalenderjaareis'. Je kunt je echter afvragen of met die openingszin niet gewoon 'het kalenderjaar 2014' bedoeld wordt. De regeling was immers maar voor één (kalender)jaar bedoeld en heeft ook maar één jaar in de wet gestaan. Daarnaast borduurt art. 33a SW voort op art. 33 SW en daar staat de 'kalenderjaareis' al in.
Op het verkeerde been
Bovendien suggereert de uitleg van de rechtbanken dat er sprake is van een keuzemogelijkheid tussen meerdere kalenderjaren. Maar de laatste keer dat ik het gecheckt heb, bestond het kalenderjaar 2013 nog gewoon uit twaalf maanden en niet uit drie. Dit lijkt op taalkundige scherpslijperij, maar het verklaart wel waarom op de internetsite, de toelichting op het aangifteformulier, in het rekenmodel en in de opbouw van het aangifteformulier deze kalenderjaareis volledig ontbrak. Kortom; is er niet gewoon verzuimd om de wettekst aan te passen aan de ingangsdatum van 1 oktober 2013 en zijn goedwillende belastingplichtigen op het verkeerde been gezet door een niet-bestaand kalenderjaar?
Bestedingseis
Dan nog even de informatie op de website van de belastingdienst. De rechtbanken waren eensgezind van mening dat de informatievoorziening ernstig tekortschoot. Dat kon de belastingplichtigen echter niet baten omdat er ‘geen handeling was verricht of nagelaten waardoor schade was geleden’. Valt de ‘bestedingseis’ echter niet als een zodanige ‘handeling’ aan te merken? De begiftigden hadden de schenking vast niet volledig voor de hypotheekaflossing gebruikt, als ze geweten hadden dat er nog een (forse) aanslag schenkbelasting zou volgen. De hypotheekrente is historisch laag, maar als je rood moet staan voor de betaling van een belastingaanslag, tik je zo de 10%-rente weer aan.
Geef een reactie