De Nederlandse staatssecretaris van Financiën bezit één opmerkelijke gave, die je eigenlijk niet zou verwachten bij zijn functie. De oplettende lezer zal – gelet op de titel van deze column – vermoeden dat deze gave betrekking heeft op auto’s. En dat vermoeden is juist! Meer in het bijzonder gaat het om het mysterieuze effect op de verkoopaantallen van nieuwe auto’s aan het einde van een kalenderjaar.
Traditiegetrouw waren de verkoopaantallen van nieuwe auto’s in het vierde kwartaal altijd erg laag. Dit kwam door de doodeenvoudige reden dat een op 31 december gekentekende auto één jaar ouder is (lees: lijkt) dan het tweelingzusje dat haar kenteken één dag later – namelijk op 1 januari – krijgt. Leasemaatschappijen lieten zelfs na 15 november geen auto's meer op kenteken zetten. Met andere woorden: ‘kentekens zijn emotie’ in Nederland.
Zoveel emotie zelfs, dat kentekenreeksen in Nederland nooit écht worden afgemaakt (bijv. tot 9-ZZZ-99), omdat aan het einde van een reeks de autoverkopen inzakken, aangezien men op het 'nieuwe' kenteken wacht. En Nederland is waarschijnlijk het enige land ter wereld waar je voor de meerprijs van een paar tientjes ‘luxe kentekenplaten’ kunt kopen, in plaats van de ‘standaardkentekenplaten’.
Motiverende en ontmoedigende bijtellingspercentages
De autoverkopen in (met name) Q4 veranderden drastisch toen de staatssecretaris aan de knoppen van de bijtelling begon te draaien. Met 2013 als één van de hoogtepunten, omdat op 1 januari 2014 (o.a.) het 0%-tarief op de zogenaamde plug-in hybrides werd afgeschaft. De RDW – verantwoordelijk voor de kentekenafgifte – wist niet waar ze het zoeken moest in de doorgaans zo rustige decembermaand. In andere jaren stortten de verkopen van Q4 juist nog meer in dan anders, omdat gunstigere bijtellingstarieven aanstaande waren.
Van 25% naar 22%, maar niet voor iedereen (vrij naar George Orwell, Animalfarm; all animals are equal, but some animals are more equal than others)
Het vierde kwartaal van 2016 zal waarschijnlijk weer een slecht kwartaal worden voor de autodealers. Dit komt met name omdat het algemene bijtellingstarief op 1 januari 2017 wordt verlaagd van 25% naar 22%. Maar dat geldt niet voor – kort gezegd – het zakelijke wagenpark waarvoor op 31 december 2016 al het 25%-tarief geldt. Deze auto's houden nog 60 maanden (na kentekenafgifte) het hogere 25%-tarief. Dus wie gaat er vóór 1 januari 2017 nog (vrijwillig) een zakelijke 25%-auto kopen…?! Een regeling die veel wenkbrauwen deed fronsen en die tot het nodige juridische gesteggel zal leiden. Deze regeling lijkt mij nauwelijks houdbaar, noch qua fiscale jurisprudentie (de eerste procedure loopt al), noch qua draagvlak voor een evenwichtige belastingheffing.
Het is alsof je het inkomstenbelastingtarief voor iedereen met 3% verlaagt, behalve voor mensen die in december geboren zijn. Ik ben benieuwd wanneer de staatssecretaris inziet dat hij op zijn schreden zal moeten terugkeren.
Voorlopig denk ik dat deze wankele regelgeving vooral een geschenk zal zijn voor de fiscale adviespraktijk.
Een tsunami aan bezwaarschriften
Wat te denken van alle bezwaarschriften tegen de maandelijkse loonheffingafdrachten waar een 25%-auto in is opgenomen. De scenario's voor massaal bezwaar kunnen weer afgestoft worden. En als deze regelgeving niet ongeschonden uit de fiscale stresstest komt, zal het bovendien weer proceskostenvergoedingen gaan regenen.
De 25%-auto van de DGA
Maar denk ook aan alle DGA's die kunnen besluiten om hun auto naar privé te halen. De meeste rekenmodellen tonen al aan dat het voordelig is om dat na twee of drie jaar te doen. Hoe lager de waarde van de auto, hoe hoger het fiscale voordeel. En neemt u maar van mij aan dat de meeste auto-taxateurs zich wel redden met de (af)waardering van een auto die een 3% hogere bijtelling heeft dan een vergelijkbare nieuwe auto. Afwaarderingen op de vaak toch al lage handelsinkoopwaarde liggen op de loer. De belastingopbrengst van de 3% hogere bijtelling zal snel deels verdampen door de mindere opbrengst in de omzet- en vennootschapsbelasting.
De 25%-auto van de ‘IB-ondernemer’
Ten slotte kan deze wetswijziging ook uitkomst bieden voor de ‘IB-ondernemers’, die hun auto eigenlijk al tijden naar privé wilden halen. Het kan bij een wat oudere auto immers zomaar gebeuren dat je per saldo geen autokosten kunt aftrekken, omdat de kosten niet meer opwegen tegen de bijtelling. In tegenstelling tot de VpB-ondernemer kan deze overgang niet zomaar plaatsvinden, maar moet er een bijzondere omstandigheid zijn die wijziging in de vermogensetikettering rechtvaardigt.
Deze wetswijziging is voor deze ondernemers wellicht dé bijzondere omstandigheid en hét moment om de auto – tegen een extra lage taxatiewaarde – over te brengen naar het privévermogen. De fiscale beloning voor het bewandelen van deze route is de mogelijkheid om toch nog 19 ct. per kilometer af te kunnen trekken en het creëren van een mogelijk fiscaal boekverlies op de incourante 25%-auto.
Kortom; de adviesmogelijkheden liggen voor het oprapen. Ik vermoed dat de staatssecretaris voorlopig nog niet klaar is met excuses aanbieden in de Tweede Kamer.
Geef een reactie