Loonbelastingliefhebbers houden van details. Immers, massa is kassa. Als iedere werknemer een kleine vergoeding krijgt die later belast blijkt te zijn kan het duurbetaald blijken. De Belastingdienst mag vijf jaar terug. Zestig maanden keer het kleine bedrag maal het aantal werknemers tikt door.
Maar bij het Belastingplan 2021 heeft zelfs de meest verstokte loonbelastingliefhebber zijn wenkbrauwen opgetrokken. De werkkostenruimte gaat van 1,2% naar 1,18%. Een aanpassing met 0,02 procent. Met 1/5000e. Dat zet zoden aan de dijk!
Volgens de bijbehorende cijfertjes levert dit de schatkist 21 miljoen euro per jaar op. Die wordt meteen weer uitgegeven met een nieuwe gerichte vrijstelling. Hoewel, nieuw?
We hebben al twee vrijstellingen voor scholing. Cursussen die je beter maken in je werk en scholing die ervoor zorgt dat je ander werk kunt doen. Voor die laatste categorie moet wel aannemelijk zijn dat de kans reëel is, dat je er daadwerkelijk belast geld mee gaat verdienen. Anders zouden we met belastinggeld hobby cursussen gaan financieren. Dat is natuurlijk ook weer niet helemaal de bedoeling.’
We kennen nòg een categorie, waarmee financiering van scholing wordt vrijgesteld: outplacement. Die is een beetje ingewikkeld, want vaak wordt outplacementscholing gevolgd na afloop van de dienstbetrekking. En dan zou een vergoeding loon uit vroegere dienstbetrekking zijn, en dat mag dan weer niet in de werkkostenregeling. Ik zei u al: loonbelastingliefhebbers houden van details. Dit probleem lost zich in praktijk op door de outplacementvergoeding al te beloven vóórdat de werknemer uit dienst treedt. In ieder geval uiterlijk in het laatste tijdvak waarin de werknemer gewoon salaris ontvangt.
Zo konden we in feite alle vormen van scholing in de werkkostenbak kwijt, waar deze hoort. Kennelijk loopt de Belastingdienst in praktijk aan tegen scholing van ex werknemers die niet in één van deze categorieën te brengen valt. En kennelijk vaak, want er wordt een nieuwe aparte vrijstelling aan gewijd. En die kost jaarlijks 16 miljoen volgens de cijfermatige onderbouwing bij de belastingplannen. En om dat te financieren, moet de ruimte met 1/5000e omlaag.
Mag ik dan punaises gaan poetsen? Want als 21 miljoen 0,02 procent is, dan hoeft de ruimte maar met 0,015238095% verlaagd te worden om de nieuwe vrijstelling te financieren. En dat betekent dat de vrije ruimte wat mij betreft op 1,1847% gesteld zou moeten worden. Ruimhartig als ik ben stel ik een afronding naar 1,185% voor. Of we laten hem gewoon op 1,2 % en onderkennen we dat scholing aan ex-werknemers gewoon als outplacement mag worden aangemerkt.
Ik moet natuurlijk een punt maken van deze pietluttigheid, maar als loonbelastingliefhebber ben ik wel blij met het belastingplan. Een hele praktische oplossing voor de belastingheffing over de zorgbonus, met een mooi kasrondje binnen de overheid. De eigenaar van de auto met zonnepanelen of waterstofauto’s gun ik zijn extra milieukorting van harte. Maar verder rust voor de payroll. Hadden ze wel even verdiend na al die wijzigingen van de afgelopen jaren. En het nieuwe kabinet mag de wet dba eindelijk gaan oplossen. Dan is er weer veel werk aan de winkel.
Tenslotte: Ik applaudisseer van harte en vol overtuiging mee voor de zorg, en gun hen de bonus van harte. Kleine suggestie voor de overheid, die met de werkkostenwijziging 5 miljoen verdient. Wellicht kunnen we de vijf miljoen gebruiken voor een payrollmedewerkersbonus? Zij halen volgens de miljoenennota toch samen zo’n 128 miljard aan loonbelasting en premies op. Dan is 5 miljoen nog geen 0,004%…..
Mr. Jan-Bertram Rietveld is loonbelastingspecialist bij EY. Donderdag 19 november verzorgt hij een online cursus Loonzaken update. Ook is hij docent van de Leergang loonheffing.
Geef een reactie