In de rechtszalen is het soms net tv. Verklede mensen, een spel, een drama. Soms staat een echte tv-speldeelnemer in de spotlights.
Zo ook in het geval dat onlangs speelde voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda. Een deelnemer aan een televisiespelshow moest voor de rechter verschijnen omdat zij inkomen wél heeft aangegeven. Maar het er niet mee eens is dat deze inkomen kwalificeren als loon uit dienstbetrekking. Uit de stukken valt op te maken dat het gaat om een deelnemer aan Expeditie Robinson (een “adventure reality genre”-programma opgenomen “op één of meerdere locaties in het buitenland waarvan 24/7 opnamen kunnen worden gemaakt.”)
In het gesloten contact is uitdrukkelijk opgenomen dat het “niet de bedoeling van partijen is door middel van het sluiten van deze Overeenkomst een arbeidsovereenkomst te sluiten. In dit verband realiseert de Deelnemer zich dat de beschermende bepalingen van het arbeidsrecht derhalve geen toepassing vinden.”
Belanghebbende heeft als deelnemer en winnaar van een televisieprogramma een vergoeding en (een deel van) de hoofdprijs uitbetaald gekregen. Hierop heeft de producent van het televisieprogramma loonheffingen ingehouden en afgedragen. Maar is dit terecht? Kwalificeert de deelname aan de spelshow als een dienstbetrekking? De winnaar oordeelt van niet, de inspecteur oordeelt van wel, dus de rechter moet uitsluiting geven.
De rechtbank legt de gemaakte afspraken naast de gebruikelijke meetlat van de dienstbetrekking: persoonlijke arbeid verrichten, gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer en de verplichting van de werkgever om loon te betalen. Daarbij moeten alle feiten en omstandigheden worden meegewogen, de holistische benadering. Omdat de deelnemer geen vervanging mag inzetten, is aan het eerste kwalificatiepunt voldaan. Ook het tweede punt is aanwezig volgens de rechter: de deelnemer moet zich houden aan de afgesproken regels maar mag wel zelf invulling geven aan de manier waarop zij het spel speelt.
En dan komen wij bij het derde punt, de vergoeding. Is dit nu loon of iets anders? Iedere deelnemer aan de expeditie krijgt een vast bedrag, ongeacht hoever men komt in het spel. Dit bedrag van € 1.250 wordt gezien als een kostenvergoeding en een vergoeding voor het overgedragen portretrecht en wordt niet belast. En de hoofdprijs dan? Uit de overeenkomst tussen de producent en de deelnemer blijkt dat de deelnemer slechts een voorwaardelijk recht heeft op de prijs. Doordat de omvang van het bedrag wordt bepaald door het spel en de prestaties van de deelnemers. Naar het de rechtbank voorkomt is het daarom geen vergoeding voor de bedongen arbeid. Dan struikelt de vraag of er al dan niet een dienstbetrekking aanwezig is, op het derde onderdeel van de meetlat.
Terror Jaap
Er is al eerder over de opbrengst van een dergelijk tv-spel geprocedeerd. “Terror Jaap”, de winnaar van het spel De Gouden Kooi in 2008, won een bedrag van € 1,3 miljoen. Tot aan de Hoge Raad (11 mei 2012, nr 11/03487, NTFR 2012/1212) is geprocedeerd of deze prijs belast moest worden. Onze hoogste rechter oordeelde dat hier sprake was van een dienstbetrekking en dat de prijs belast moest worden als loon uit dienstbetrekking. Doordat in de onderliggende overeenkomst was bepaald dat de deelnemers een vergoeding zouden krijgen voor iedere maand doorgebracht in de villa en kans had op één of meer prijzen, werd deze overeenkomst beschouwd als een arbeidsovereenkomst. Dat de winnaar een ruime vrijheid van handelen had, doet aan dit oordeel niet af en is overigens niet ongebruikelijk in hedendaagse arbeidsverhoudingen. Dat het winnen van de hoofdprijs mede van toevalsfactoren afhing, was niet overheersend is in het licht van de inspanningen die belanghebbende zich getroostte om het programma een succes te maken.
De rechtbank heeft natuurlijk ook gekeken naar deze uitspraak van de HR. Maar “anders dan in het arrest van de Hoge Raad van 11 mei 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BW5408) heeft de rechtbank hier geoordeeld dat er geen sprake is van een dienstbetrekking (de deelnemersovereenkomst kwalificeert niet als arbeidsovereenkomst). De deelnemersovereenkomst (en het bijbehorende addendum) zijn de enige tussen [de producent] en belanghebbende gemaakte afspraken. Belanghebbende ontleent haar recht op de prijs niet aan een dienstbetrekking met [de producent] (vgl. rechtsoverweging 3.3.1 van het genoemde arrest) en om die reden vormt de prijs dan ook geen loon uit dienstbetrekking.”
De Gouden Kooi
De Centrale Raad van Beroep heeft eerder uitspraak gedaan over de aanwezigheid van een dienstbetrekking van een andere deelnemer aan de spelshow De Gouden Kooi (uit een eerder jaar). Ook hier werd een dienstbetrekking geconstateerd (wat tot gevolg had dat de deelnemer recht had op een WW-uitkering na afloop van de show). Deze beslissing werd door de Hoge Raad gevolgd. In het arrest van 25 maart 2011, nr. 10/02146, NTFR 2011/675, werd juist uitdrukkelijk bepaald dat in een dergelijk geval de holistiche benadering, waarbij alle aspecten en feiten in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld, de juiste is.
Vanwege het afpellende karakter van de Wet inkomstenbelasting 2001, zou ook nog kunnen worden bekeken, nu er geen sprake is van winst uit onderneming of inkomsten uit dienstbetrekking, of er sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden. Laat nu de inspecteur dit hebben uitdrukkelijk hebben uitgesloten! Had de inspecteur als subsidiaire stelling aangevoerd dat hier sprake was van een row, dan had dit mogelijk wel geleid tot een geheel andere uitkomst!
De uitspraak van de rechtbank in Breda leidt in de literatuur al tot vele opmerkingen. Met het Burgerlijk Wetboek in de hand wordt de arbeidsovereenkomst vergeleken met een opdrachtovereenkomst. De civielrechtelijke kwalificatie hoe loon wordt bezien is van doorslaggevende betekenis geweest in deze uitspraak. Nu geeft de uitkomst van de onderhavige procedure een kater.
Behalve voor de winnaar van de expeditie, die zit voorlopig naast de Gouden Kooi.
P.S. 1. Voor alle duidelijkheid: Dames en heren van de magistratuur, dat van de verklede mensen is natuurlijk niet oneerbiedig bedoeld.
P.S. 2. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 /2437, ECLI:NL:RBZWB:2020:1847
Geef een reactie