Onze wetgever raakt volgens Ron Meijer steeds meer van het pad af. Het pad van een evenwichtige samenleving waarbij we om elkaar denken en de overheid een duidelijke en eerlijke partner is. Onze eens zo fijne sociale samenleving kraakt, schuurt en piept. Steeds meer woorden eindigen op crisis. Wat mij betreft is het beschamend.
Middeling een pracht stuk gereedschap
Onze wetgever is nu binnen de Wet inkomstenbelasting 2001 op een dieptepunt beland, omdat middeling sneuvelt. Het schrappen van middeling past prima in de lijn van steeds minder aftrekposten en meer digitalisering. Nu ben ik erg van de digitalisering, maar dan wel omdat het slimmer en sneller kan. Ik gebruik vaak het woord: ‘vooruitgang’. In Den Haag kijken ze tegenwoordig vooral naar doelmatigheid en doeltreffendheid. Na de zin over stoom en kokend water, hoor ik en lees ik in de vakstudie deze woorden vaak, zeg maar te vaak. Over de jaren tot 2022, 2023 en 2024 kan nog worden gemiddeld en dan is het over en uit. In een webinar van Tax Talks hoorde ik dat de middelingsregeling vervalt, omdat tweederde van de belastingplichtigen die hierop recht hebben, hiervan geen gebruik maken. In plaats van geld vrij te maken voor advies wat echt hout snijdt, schrappen we ‘lekker’ zwart/wit de regeling. Het moet niet gekker worden. Middeling is juist een mooi stuk fiscaal gereedschap om de pijn van hoge bergen en diepe dalen te verzachten.
Toch nog even terugkomend op die tweederde. Zou het echt kloppen? Laten we aannemen dat het klopt. Als tweederde de norm is, wijzen collega’s de cliënten (vaak studenten en ondernemers) dan wel op deze regeling? Nog beter: maken ze proactief een berekening? Je zou haast zeggen dat het niet het geval is. Mijn cliënten vallen natuurlijk onder de eenderde. Te pas en te onpas maak ik in een kwartiertje eigen tijd een of meerdere proefberekeningen. Hier merkt de client niets van. Als ik de fiscale pijn kan verzachten, laat ik direct van mij horen. Wie wil niet horen dat hij of zij onverwacht belastinggeld terugkrijgt?
Wie pakt het bonnetje?
Ondernemers hebben de afgelopen jaren te maken gehad met hoge winsten en in tijd van corona was klein mkb de sigaar. De snel, u weet wel onder stoom en kokend water, opgetuigde hulpprogramma’s hielpen vooral groot mkb. Nu middeling straks niet meer mogelijk is, is het wederom de ondernemer die het bonnetje pakt. Het belastingplan 2023 maakt één ding erg duidelijk: Den Haag is nog steeds een slecht verliezer en heeft het gehad met de ondernemer. De tarieven in de vennootschapsbelasting stijgen enorm. De winsten tot € 200.000 worden vier procent meer belast. De wetgever doet dit mede omdat bv’tje-knippen te gek werd en er geld, veel geld nodig is. Het geld is nodig om de minderbedeelden in onze samenleving te helpen overleven. In plaats van met een echt plan te komen, strooien we met geld. Ook hier waren we in tijd van corona goed in. In plaats van met een echt Delta-plan te komen en elke woning te voorzien van een warmtepomp, stappen we fors achteruit en kiezen we voor het goedkoper maken van ’oude’ energie.
Wat niet weet, wat niet deert
Dan ondernemers in de Inkomstenbelasting. In de kredietcrisis (!) vond de overheid het prima als de werknemers als werkzoekenden niet meer in de statistieken zichtbaar waren, omdat ze vaak als zzp’er aan de gang gingen. Het UWV hielp ze maar al te graag. Nu een miljoen van dit soort gelukkige Nederlanders aan het werk zijn, is het de hoogste tijd om dit te ontmoedigen door de zelfstandigenaftrek snel terug te brengen tot een aalmoes.
Mijn conclusie: Nederland wordt meer en meer een land zonder plan, waarbij ondernemerschap zoveel mogelijk moet worden ontmoedigd.
Ron Meijer is werkzaam bij Blauwe Vrijdag.
Geef een reactie