Tot 2019 kende de Wet op de Vennootschapsbelasting een houdsterverliesregeling. Op grond hiervan waren houdsterverliezen alleen verrekenbaar met winsten uit houdsteractiviteiten. Deze houdsterverliesregeling is weliswaar per 2019 afgeschaft, maar door overgangsrecht zijn de op 1 januari 2019 nog bestaande houdsterverliezen tot 1 januari 2028 verrekenbaar met houdsterwinsten. Als gevolg van de nieuwe verliesverrekeningsbeperking per 1 januari 2022 zijn de bestaande houdsterverliezen zelfs onbeperkt voorwaarts verrekenbaar.
Houdsterverliezen praktisch onverrekenbaar
Probleem van houdsterverliezen is echter dat deze vaak in de praktijk niet verrekenbaar blijken te zijn, simpelweg doordat houdstervennootschappen geen (belaste) winsten met houdsteractiviteiten behaalt. Als er winst wordt behaald betreft het namelijk vaak vrijgestelde deelnemingswinst.
HR 11 juni 2021
Door het arrest van de Hoge Raad van 11 juni 2021 ontstond echter de mogelijkheid voor houdstervennootschappen met houdsterverliezen om deze verliezen ook te verrekenen met de winsten (lees: andere dan houdsterwinsten) van een direct bij oprichting in een fiscale eenheid gevoegde dochter. Voor de praktijk belangwekkende consequentie van het arrest was dat houdsterverliezen die feitelijk niet meer verrekenbaar waren, omdat hiervoor positieve houdsterwinsten nodig zijn, mogelijk toch weer verrekend konden worden.
Oprichten dochtervennootschap
Beschikte een houdstervennootschap over houdsterverliezen dan kon het dus naar aanleiding van het arrest fiscaal interessant zijn een nieuwe dochter op te richten met winstgevende activiteiten en deze per direct voegen in een fiscale eenheid met de houdstervennootschap als moeder. Vervolgens kon de moedervennootschap dan alsnog haar voorvoegingshoudsterverliezen verrekenen met de winst van haar dochter.
Reparatie
Als de Hoge Raad een voor de schatkist onwelgevallig arrest wijst moet er altijd rekening meer worden gehouden dat de staatssecretaris met reparatiewetgeving komt. En dit blijkt ook hier weer op te gaan. Het kabinet heeft in de aanbiedingsbrief bij de belastingplannen 2022 namelijk aangegeven dat de gevolgen van het arrest gerepareerd gaan worden. Zonder reparatie zou dit de schatkist veel geld gaan kosten. Door middel van een nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 zal deze aanpassing worden doorgevoerd. De pret zal dus waarschijnlijk van korte duur zijn geweest.
Mr. Almer de Beer is werkzaam bij het bureau vaktechniek fiscaal van Grant Thornton. Hij houdt zich vooral bezig met de fiscale problematiek bij ondernemers en dga`s. Daarnaast publiceert hij geregeld in fiscale vakbladen en verzorgt hij fiscale cursussen. Almer is bovendien vaste commentator van het online educatieprogramma Tax Talks.
Maandag 8 november 2021 verzorgt hij de online cursus bezits- en voortzettingseis (BOR).
Geef een reactie