Coöperaties zijn populaire investeringsplatformen voor Nederlandse private equity en venture capital- fondsen. De invoering van de nieuwe regels ten aanzien van houdstercoöperaties per 1 januari 2018 zorgt echter voor de nodige onzekerheid.
Vooral vanwege de deelnemingsvrijstelling voor de Vpb-plichtige investeerders zijn coöperaties populair. Deze is altijd van toepassing, ongeacht de grootte van het belang dat door de investeerder in de coöperatie wordt gehouden. Kleine Vpb-plichtige investeerders kunnen dus rechtstreeks in het fonds investeren en hoeven niet met B.V.'s te stapelen om aan de 5%-grens te komen.
Nieuwe regels
Een ander voordeel zou de afwezigheid van dividendbelasting op winstuitkeringen kunnen zijn. Voor Nederlandse investeerders hooguit een liquiditeitsvoordeel, voor buitenlandse investeerders mogelijk een fiscaal voordeel. De invoering van de nieuwe regels ten aanzien van houdstercoöperaties per 1 januari 2018 zorgt in verband hiermee echter voor de nodige onzekerheid. Dat zit zo. Een houdstercoöperatie kan onder omstandigheden worden verplicht om dividendbelasting in te houden ten aanzien van winstuitkeringen aan (een deel van) haar leden. Een coöperatie wordt aangemerkt als een houdstercoöperatie als deze zich doorgaans hoofdzakelijk (m.a.w. voor tenminste 70%) bezighoudt met het houden van deelnemingen. Gesteld zou kunnen worden dat een coöperatie in de functie van investeringsplatform van een private equity-fonds feitelijk niet veel anders doet en dus als houdstercoöperatie moet worden aangemerkt. In de memorie van toelichting bij de nieuwe wet is weliswaar opgemerkt dat het voorstelbaar is dat een coöperatie die gebruikt wordt in een private equity-structuur onder omstandigheden niet als houdstercoöperatie hoeft te worden aangemerkt op basis van bepaalde overige factoren, zoals werknemers, kantoorruimte en actieve betrokkenheid bij de onderneming van de deelnemingen. De vraag is echter of de praktijk iets heeft aan deze toezegging. De genoemde factoren kan de beheerder van het fonds makkelijk hardmaken, maar op het niveau van de coöperatie zelf, spelen deze factoren doorgaans geen rol van betekenis.
Escape?
Is er dan een andere escape? De inhoudingsplicht voor de dividendbelasting strekt zich alleen uit tot kwalificerende lidmaatschapsrechten, oftewel lidmaatschapsrechten die recht geven op tenminste 5% van de jaarwinst of liquidatieopbrengst. Deze regel lijkt behulpzaam in de praktijk. Immers, de kleine investeerders in een Nederlands private equity-fonds zijn niet zelden particuliere beleggers die geen recht hebben op toepassing van de inhoudingsvrijstelling voor deelnemingssituaties. Maar zoals wel vaker mogen we in het Nederlandse fiscale moeras niet te vroeg juichen. Bij de bepaling van de 5% grens wordt namelijk rekening gehouden met het verbondenheidsbegrip van artikel 10a Wet VPB en daar komt het fenomeen van de in 2017 geïntroduceerde 'samenwerkende groep' om de hoek kijken. Volgens de memorie van toelichting ontstaat er inhoudingsplicht bij houdstercoöperaties in geval van een door een samenwerkende groep 'gecoördineerde investering' die leidt tot een belang van 5% of meer. Uit de hiervoor genoemde memorie van toelichting (en die bij artikel 10a VPB), zou kunnen worden afgeleid dat de wetgever van mening is dat een investering in een fonds altijd gecoördineerd plaatsvindt, hetgeen zou betekenen dat alle investeerders in een private equity-fonds met elkaar een samenwerkende groep vormen. Dit leidt dan tot de conclusie dat ten aanzien van iedere investeerder er een inhoudingsplicht van dividendbelasting is, tenzij de investeerder een vrijstelling kan toepassen.
Alom onzekerheid dus. De belastingdienst vindt het zelf ook lastig en neemt liever geen algemeen standpunt in. Wat nu te doen als de investeerder geen vrijstelling kan toepassen? Bij twijfel niet oversteken? Of met gekruiste vingers geen dividendbelasting inhouden en hopen dat het zo’n vaart niet zal lopen gezien de aangekondigde afschaffing van de dividendbelasting in 2020? De Nederlandse private equity-praktijk zou erg gebaat zijn bij duidelijkheid over dit onderwerp gedurende deze overgangsperiode!
Meer weten?
Dinsdag 15 mei verzorgt Dennis Langkemper samen met Jeroen Knol de PE-Pitstop Private equity en informal investing. > Meer informatie en aanmelden..
Geef een reactie