Belasting betalen behoort doorgaans niet tot de hobby van de gemiddelde Nederlander. Twee keer belasting betalen over hetzelfde is dan iets van wat helemaal buiten de range valt. De vraag is dan of dit dubbel belasting betalen veel voorkomt en of/hoe we hier in de praktijk mee te maken kunnen krijgen. Op 6 juli jl. verdedigde ik aan de Radboud Universiteit mijn proefschrift “Cumulatie van belastingen”, een onderzoek naar de samenloop van de heffing van inkomstenbelasting, schenk- en erfbelasting en overdrachtsbelasting.
In mijn proefschrift heb ik laten zien dat zowel in nationale als internationale context cumulatie van belastingen nog steeds voorkomt. Overigens kan men alleen al discussiëren over de vraag wat precies als cumulatie van belastingen wordt gezien. In binnenlandse context constateer ik dat er een viertal methoden worden toegepast om deze cumulatie van belastingen te voorkomen. Deze variëren van een vrijstelling in de schenk- en erfbelasting als er over dezelfde bate ook al inkomstenbelasting wordt geheven, via de aftrek wegens belastinglatentie, tot het geheel achterwege laten van een regeling wegens cumulatie van belastingen.
In de adviespraktijk is cumulatie van belastingen een thema waar aandacht voor dient te zijn. Rondom bedrijfsopvolging maar ook in de dagelijkse advisering voor bijvoorbeeld de DGA. Want zijn de zaken voor hem en zijn familie bij zijn onverhoopte overlijden wel zo goed geregeld als het lijkt? Vaak wordt vergeten dat de verzekeringsuitkeringen die in het geval van overlijden zijn geregeld, soms wel tot twee keer in de belastingheffing worden betrokken. Weliswaar is de aanspraak op het nabestaandenpensioen vrijgesteld van de heffing van erfbelasting, omdat deze bij uitkering al belast wordt met inkomstenbelasting. Vervolgens wordt echter wel de algemene partnervrijstelling gedeeltelijk gekort met de waarde van deze pensioenaanspraak. In de praktijk betekent dit vaak geen algemene vrijstelling van € 636.180, maar van slechts € 164.348. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld de eigen woning ineens wel in de belastingheffing betrokken, waardoor materieel gezien toch dubbele belasting ontstaat. Om nog maar niet te spreken over de verzekeringsuitkering, die in ieder geval in de situatie van gemeenschap van goederen op grond van artikel 13 SW 1956 wordt belast. Zeker bij een DGA die op jonge leeftijd overlijdt kan de belastingheffing in deze situatie fors overlopen, waardoor de zorggedachte die was bedoeld vaak weer gedeeltelijk om zeep wordt geholpen.
Wat staat u te doen? Begin eens met inventariseren wat er gebeurt bij het overlijden van de DGA en beoordeel dan of het nodig is om bijvoorbeeld begunstigden van een polis dan wel het huwelijksgoederenregime aan te passen.
Dubbel belasting betalen is met een goede planning ook nog wel eens te voorkomen!
Chris Dijkstra is op 30 augustus a.s. weer te zien in de live uitzending van Tax Talks.
Geef een reactie