Dinsdag 18 september werd een 8-tal fiscale wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer gezonden. Maar het belangrijkste echte nieuws stond misschien nog wel in de Aanbiedingsbrief. Daarin wordt een belastingmaatregel aangekondigd die maar door weinigen is voorzien.
Ultimo 2015 leenden ruim 225.000 ab-houders meer dan € 51 miljard van hun eigen vennootschap. Een enorm bedrag dat tevens de dimensie van het probleem aangeeft. Ab-houders hebben op grote schaal geld van een hun vennootschap geleend, bijvoorbeeld voor de financiering van de eigen woning, om beleggingen aan te kopen of in vele gevallen ook voor consumptieve bestedingen. De vraag is of deze leningen nog wel echte leningen zijn, dan wel dat er in feite sprake is van een vermomde uitdeling van winst of een verkapte vorm van loon. De Belastingdienst moet dienaangaande elk individueel geval afzonderlijk bekijken en daarvoor een regeling treffen, dan wel aanslagen opleggen met mogelijk een gang naar de rechter. Dat is allemaal erg arbeidsintensief en tijdrovend. Vandaar dat de beide bewindslieden met een soort ‘botte bijl’ regeling komen die in het jaar 2022 moet ingaan.
Voorgestelde wettelijke maatregel
– Als de totale som van schulden van de ab-houder aan zijn eigen vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen.
– De maatregel treedt op 1 januari 2022 in werking.
– Voor bestaande eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.
Periode tot 2022
De ab-houder heeft zodoende meer dan drie jaar de gelegenheid om zijn schuld aan zijn vennootschap terug te brengen tot maximaal € 500.000. Bovendien bestaat in 2019 nog de mogelijkheid om tegen het huidige box 2-tarief van 25% een dividenduitkering te doen die vervolgens kan worden gebruikt voor de aflossing van de schuld aan de vennootschap.
Het wetsvoorstel zal begin 2019 aan de Tweede Kamer worden aangeboden, en er komt daaraan voorafgaand nog een openbare consultatieronde.
Overreactie
Het moge duidelijk zijn dat de wetgever, ingegeven door signalen van de Belastingdienst, de strijd met de rekening-courantschulden en overige schulden van de dga aan de B.V. heeft aangebonden. Er komt een harde fictieve inkomensregel in 2022, vóór die tijd kunnen dga’s zelf nog orde op zaken stellen. Dat zal overigens nog veel overleg met de fiscus vergen in individuele gevallen, zeker daar waar sprake is van liquiditeitsproblemen. En bij de huidige beperkte bezetting van de Belastingdienst zal dit andermaal tot inzetbaarheidsfricties leiden. We mogen hopen dat in de loop van het wetgevingsproces de voorgestelde regeling wordt verzacht, om daarmee ook een meer zachte landing voor dga’s mogelijk te maken. Dat er iets wordt gedaan aan schuldenproblematiek voor dga’s vind ik overigens te billijken. Als een probleem lang voortwoekert, zoals hierbij het geval is, resulteert dit echter vaak in een overreactie van de wetgever. Dit is hiervan een duidelijk voorbeeld.
Prof. mr. Gerard Meussen is verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Geef een reactie