Hoe de wereld van groene arbeidsvoorwaarden en grijze cowboys samen komt….
Belastingadviseurs hebben in de regel een wat stoffig en grijs imago. Maar als het gaat om de implementatie van groene arbeidsvoorwaarden hebben de hippe, jonge en vooruitstrevende bedrijven hun weg gevonden naar ‘ons’ grijze belastingadviseurs. Zij blijken noodzakelijk als het gaat om het verzinnen van slimme regels, want tja, groene arbeidsvoorwaarden moeten aan de man gebracht worden en het liefst op een manier dat het fiscaal zo aantrekkelijk mogelijk is.
Hocus Pocus
De pc-privé regeling is nieuw leven in geblazen, aan ‘hocus-pocus’ geen gebrek, want de belastingadviseur heeft aan de markt weten te verkopen dat zij een geniale truc hebben gevonden. Maar feitelijk wordt gewoon gebruik gemaakt van de al oude mogelijkheid om te cafetariseren. Hierbij mag een deel van het brutoloon (de bron) worden uitgeruild voor nettolloonbestanddelen (het doel). De fiscale spelregels zijn te vinden in het Besluit Cafetariaregelingen (Stcrt. 2017,71047).
Ter illustratie:
Een werkgever faciliteert zonnepanelen. De kosten hiervoor bedragen € 7.000 (incl. btw). Het advies dat in de markt rondzingt is als volgt:
Je kunt als werkgever de zonnepanelen kostenneutraal vergoeden aan werknemers. Dat kan doordat werknemers gebruik maken van de cafetariaregeling. Het brutoloon of bijvoorbeeld vakantiegeld wordt verlaagd, daarmee betaalt de werkgever 25% minder sociale premies en heeft de werkgever een aftrekmogelijkheid voor de vennootschapsbelasting. Uiteraard moeten de zonnepanelen wel worden aangewezen als eindheffingsloon en betaalt de werkgever bij een overschrijding van de vrije ruimte 80% eindheffing. Dit kan verzacht worden bij de werknemer meer brutoloon in te houden dan netto vergoed wordt. Dat kan doordat de werknemer in plaats van € 7.000, bijvoorbeeld € 10.000 uitruilt met als doel om alvast een compensatie te bieden voor de eindheffing die de werkgever is verschuldigd. Kortom een win-win voor alle partijen. Als iets klinkt als: te mooi om waar te zijn, dan is dat het waarschijnlijk ook.
Dit cowboy-advies is fiscaal niet houdbaar!
Ook de grotere advieskantoren blijken ware cowboys, maar als gevraagd naar de onderbouwing en/ of goedkeuring van de Belastingdienst, dan geeft niemand thuis . Logisch ook, omdat hier volgens mij geen goedkeuring op gegeven kan worden. Hieronder licht ik dit toe waarom dit advies een cowboy-advies is.
Ten eerste betreft het waarschijnlijk werknemers met een relatief hoog loon, immers als je € 10.000 kunt uitruilen en dan nog boven het wettelijk minimumloon uitkomt, dan zal het salaris ook boven het premiemaximum van € 71.628 liggen. In dat geval betaalt de werkgever helemaal geen premies werknemersverzekeringen meer. Los van de fiscaliteit bestaat natuurlijk ook de vraag in hoeverre het ethisch is dat alleen werknemers met royale vergoedingen feitelijk gebruik kunnen maken van dergelijke regelingen.
Verder dient een uitruil van loon als zodanig voldoende realiteitswaarde te hebben. Daarvan is geen sprake als de werknemer in feite minder nettoloon ontvangt (zonnepanelen twv € 7.000), dan hij bruto heeft uitgeruild (€ 10.000).
“De Belastingdienst zal situaties bestrijden waarin sprake is van wijzigingen die, afgezien van de beoogde gevolgen voor de loonheffingen, voorspelbaar nadelig zijn en overigens praktische betekenis missen. Van voorspelbare nadeligheid is bijvoorbeeld sprake als een werknemer akkoord gaat met de ruil van een eindejaarsuitkering van € 100 voor een vergoeding van € 90 voor vakliteratuur.” (Stcrt. 2017,71047)
Tot slot is mij niet duidelijk, nog even los van de vraag of de cafetariaregeling correct is toegepast hoe het mogelijk is dat de werknemer een compensatie kan bieden voor het eindheffingsloon dat de werkgever verschuldigd is. Immers, de werknemer is in de regel het subject van heffing, tenzij de werkgever het loon aanwijst als eindheffingsloon. In dat geval wordt de werkgever feitelijk het subject van heffing en kan de loonheffing niet meer worden verhaald op werknemers.
Uiteraard begrijp ik de wens dat werkgevers een bijdrage willen leveren aan duurzame keuzes door werknemers. Dit kan ook, maar niet op de voorgestelde wijze! Wat een administratief eenvoudige oplossing zou zijn is bijvoorbeeld de nihil waardering op het rentevoordeel ten aanzien van personeelsleningen voor de (elektrische)fiets of elektrische bromfiets uit te breiden naar zonnepanelen, warmtepompen etc. Hierbij dus een verzoek aan het ministerie van Financiën om de Wet op de Loonbelasting aan te passen naar de huidige tijdsgeest waarin iedereen verantwoordelijk is duurzame keuzes te maken.
Tot die tijd is het devies: bye bye cowboys en welkom terug deugdelijke belastingadviseur!
Imke Bos is tax advisor loonheffingen (nationaal/ internationaal) en docent.
Geef een reactie